日蘭辭典+

19 resultaten voor ‘praten’
日蘭辭典 (trefwoord)
katariau語り合ふ
(語り合う) i.w. spreken met.
hanasu話す
i.w. (1) [談話] praten; spreken; babbelen; converseeren. t.w. (2) [告げる] vertellen; zeggen; verhalen. (3) [外國語を] spreken; kunnen spreken; kennen. ¶ にちと話したいある er is iets waarover ik u spreken wilde. ¶ 蘭語話す hollandsch spreken; hollandsch kennen.
shaberi喋り
zn. kletskous v. ¶ 喋る babbelen; kletsen; praten. ¶ 早口に喋る ratelen.
shita

zn. tong v.; klepel (鐘等の) m. ¶ を揮ふ veel praten. ¶ 出す de tong uitsteken. ¶ よく廻るだね wat kun je kletsen! ¶ を捲かせる verstomd doen staan. ¶ を捲く verstomd staan; met stomheid geslagen zijn.

hōgai法外

bn. buitensporig; onmatig; onredelijk; schandalig; onzinnig. ¶ 法外の要求 buitensporige eischen. ¶ 法外の言ふ onzin praten.

SUPPLEMENT (trefwoord)
katariakasu語り明かす
t.w. met elkaar praten tot het ochtendgloren; de hele nacht met elkaar praten. ¶ 私達はを語り明かした。 We hebben de hele nacht gepraat.
shaberu喋る
(-r stam) (1) babbelen; kletsen; (niet serieus, vrijblijvend) praten; roddelen. ¶ 日本人遭遇して日本語めっちゃしゃべった。 Nihonjin to sōgōshite nihongo mettcha shabetta. Toevallig een Japanner ontmoet, we hebben tijdenlang gebabbeld. (twitter) (2) informatie doorvertellen die niet voor anderen bestemd is; zich iets laten ontvallen; zich verspreken; roddelen. ¶ しゃべってしまった shabette shimatta ik versprak me (twitter) ¶ 眠すぎて真実しゃべってしまった Nemusugite shinjitsu shabette shimatta Ik was te slaperig en liet me ontvallen hoe het werkelijk in elkaar zit. (twitter) ¶ あ、ごめんなさい。聞かれてもいない余計なことをしゃべってしまったと思って、ツイート消しちゃった。 A, gomen nasai. Kikarete mo inai yokei na koto wo shabette shimatta to omotte, twiito keshichatta. O, neem me niet kwalijk. Omdat ik dacht dat ik nodeloos uitweidde over dingen die me niet eens gevraagd waren had ik de tweet verwijderd. (twitter) (3) praten over iets. ¶ テレビでは、我が国の将来の問題を誰かが深刻なをしてしゃべっている。 Terebi de wa, wagakuni no shōrai no mondai wo dare ka ga shinkoku na kao wo shite shabette iru. Op TV is iemand met een ernstige blik over de problemen van ons land aan het praten. (4) (in) een taal praten; een taal spreken. (TTC) ¶ 彼ら英語をしゃべっていますか。 Karera wa eigo wo shabette imasu ka. Spreken ze Engels? (TTC) ¶ 彼はとうとう中国語をしゃべるようになりました。 Kare wa tōtō chūgokugo wo shaberu yō ni narimashita. Hij is eindelijk Chinees gaan praten. (twitter)
usobukuうそぶく
(嘯く; 嘘ぶく)
(1) onverschillig doen; doen alsof je van niks weet. → 空嘯く
(2) opscheppen; grootspreken; pochen. ¶ ─文法など知らないでも会話できるなどと うそぶいて─ - bunpō nado shiranai de mo kaiwa dekiru nado to usobuite - - opscheppen dat je in [het Engels] kunt praten hoewel je geen weet hebt van grammatica en dergelijke - (Uitleg in online lesboek.)
(3) loeien, brullen, chilpen etc. van dieren.
(4) fluiten. → 口笛を吹く
(5) (gedichten) reciteren

NB Volgens het online woordenboek 語源由来辞典 vind de huidige betekenis van usobuku zijn oorsprong in fluiten om duiven en dergelijke te lokken. Vergelijk dit met de in Nederland niet onbekende gewoonte om een kort deuntje te fluiten als je doet alsof je van niks weet. Tevens zal het geen toeval zijn dat het werkwoord in de gangbare uitdrukking voor ‘fluiten’ (口笛を吹く kuchibue wo fuku) ook gebruikt is in usobuku (uso + fuku = usobuku). Tenslotte zal stellig in de betekenis van ‘grootspreken’ het deel uso van usobuku als het woord uso 嘘 ‘leugen’ gevoeld worden.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <praten>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
仰る ; 仰有るosshyaru (1) zeggen; (2) vertellen; mededelen; (3) spreken; praten; (4) heten; noemen
喋るshyaberu spreken; praten; babbelen; kletsen; keuvelen; snappen; snateren; kwebbelen; [fig.] kleppen; [inform.] lullen; [fig.] kakelen; [Barg.] poekelen; [Barg.] dibberen; [i.h.b.] (verder) vertellen; [i.h.b.] verklappen; [i.h.b.] er uitflappen; [i.h.b.] zich laten ontvallen
対談するtaidansuru een gesprek voeren; een praatje; conversatie; onderhoud hebben; converseren; praten; zich onderhouden
御喋りするoshyaberisuru (gemoedelijk) praten; keuvelen; kouten; babbelen; kletsen; leuteren; kwekken; klessebessen
言い逃れるiinogareru een ontwijkend; dubbelzinnig; evasief antwoord geven; vaagjes antwoorden; eromheen draaien; praten; een slag om de arm houden; zich ergens uit smoezen; zich ergens uit praten; zich schoon praten
言う ; 云う ; 謂うiu (1) zeggen; (2) vertellen; mededelen; (3) spreken; praten; (4) heten
話すhanasu (1) spreken; praten; vertellen; zeggen; verhalen; relateren; snakken; snappen; [oneig.] melden; [Barg.] dibberen; (2) bepraten; zich onderhouden (met); spreken (met); een gesprek voeren; converseren; [Barg.] bedibberen; (3) [een taal] spreken
wa (a) praten; gesprek; (b) vertelling; verhaal; (c) taal; rede
語るkataru (1) praten; vertellen; verhalen; (2) reciteren; zingen
dan (1) verhaal; relaas; [目撃者の] verslag; (a) praten; verhaal; vertelling; (b) interview; gesprek; praatje
馬の耳に念仏umanomimininenbutsu ± voor stoelen en banken preken; praten; ± voor de ganzen preken; ± [gew.] voor de muren spreken; ± de stem van een roepende in de woestijn; ± dat is aan dovemansoren gezegd; ± dat is aan dovemans deur geklopt
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.49 sec. jiten.nl: 8 treffers, warandict: 11 treffers (zoekopdracht: 'praten', strategie: exact). 
2005-2023