RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <prostituee>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
De weergave van het Japans van de resultaten hieronder is gespeld in een vorm van
waapuro-spelling. De spelling komt overeen met de originele spelling in
hiragana in het Japans. De verschillen met de
Hepburn-spelling van de overige resultaten zijn eenvoudig:
spelling |
uitspraak |
uu |
lang aangehouden /oe/ (Hepburn spelling: ū) |
ou |
lang aangehouden /o/ (Hepburn spelling: ō) |
(soms, als in 酔う you "dronken zijn") uitspraak: /o/ + /oe/ |
ei |
lang aangehouden /ee/ (dit is identiek in Hepburn spelling) |
ha |
/ha/ (identiek aan Nederlands en Hepburn spelling) |
alleen voor het partikel は: uitspraak /wa/ |
he |
/he/ (identiek aan Nederlands en Hepburn spelling |
alleen voor het partikel へ: uitspraak /e/ |
[verberg]
お山oyama (1) [Kioto-Osaka-regiolect] prostituee; hoer; (2) [i.h.b.] ordinaire prostituee [die buiten de klasse van de tayū- 太夫; 大夫 en tenjin 天神-meisjes viel]; (3) bootprostituee [meisje dat vanaf een rivierbootje haar diensten aanbiedt]; waternimf; (4) [i.h.a.] knappe vrouw; mooi meisje
パン助pansuke hoer; prostituee; meisje van plezier; [i.h.b.] yankeehoer (die haar diensten verleende aan Amerikaanse bezettingssoldaten)
プロpuro (1) prof; professional; beroeps; beroepsspeler [afkorting van purofesshonaru プロフェッショナル]; (2) proletariër; proletariaat [afkorting van puroretaria プロレタリア of puroretariāto プロレタリアート]; (3) [dramaturgie] productie; productiemaatschappij [afkorting van purodakushon プロダクション]; (4) prostituee; hoer [afkorting van purosuchichūto プロスチチュート]; (5) procent; percent [afkorting van purosento プロセント]; (6) propaganda [afkorting van puropaganda プロパガンダ]; (7) programma [afkorting van puroguramu プログラム]
プロスチチュートpurosuchichuuto prostituee; hoer
プロスティチュートpurosutichuuto prostituee; hoer
代物shiromono (1) ding; geval; spul; [min.] mens; gast; kwibus; [Belg.N.] kwiet; (2) artikel; handelswaar; koopwaar; (3) voorwerp van waarde; (4) koopprijs; prijs; (5) prostituee; (6) knap huwbaar meisje
売春婦baishyunfu prostituee; hoer; publieke; ontuchtige; slechte vrouw; lichtekooi; snol; slet; sloerie; del; poes; madelief; straatmadelief; meretrix; venuspriesteres; priesteres van Venus; nymphe du pavé; veile vrouw; deern; [fig.] Jezabel; [euf.] assistente; [euf.] hostess; [euf.] masseuse; [euf.] straatmeid; [euf.] nachtloopster; [iron.; euf.] respectueuse; [scherts.] liefdezuster; [pregn.] meisje (van plezier); fille de joie; [pregn.] meid; [uitdr.] één van 't gilde; [uitdr.] meisje van lichte; losse; twijfelachtige zeden; [uitdr.] meisje van de lichte cavalerie; [uitdr.] meisjes van de vlakte; [uitdr.; niet alg.] meisjes van het vrolijke hart; [iron.uitdr.] zusters des gemenen levens; [Sur.N.] motjo; [volkst.; veroud.] stinkerd; [gew.] drevelgat; [gew.] poddel; [gew.] modde; [studentent.] bok; [Barg.] kalle; [Barg.] temeier; [Barg.] gondel; [Barg.] karpertje; [Barg.] blauwe begijn; [Barg.] kat; [Barg.] (doorgefourneerd) lommerdbriefje; [Barg.] zoetelel; [Barg.] stinkniese; [Barg.] Turkse tafelschel; [Barg.] zwaantje; [Barg.; veroud.] secreet; [Barg.; scheldw.] tor; [veroud.; arch.] venusdier; [veroud.; arch.] venusnimf; [veroud.] wafelmeisje; [veroud.] nimf; [veroud.] baanmeid; [veroud.] mot; [scheldw.] maintenee; [scheldw.] pisbak; [scheldw.] emmer; [scheldw.; vulg.] spermaspons
夕顔 ; ユウガオyuugao (1) [plantk.] fleskalebas; Lagenaria siceraria; (2) vrucht van de fleskalebas; kanonskogel; pelgrimsfles; (3) [Yoshiwara-jargon] prostituant die voor de tweede maal de diensten van een eerder bezocht meisje opzoekt; (4) bij avond opgemaakt gezicht [m.n. van prostituee]; (5) prostituee; hoer; straatmadelief; (6) Yūgao [titel van het vierde hoofdstuk van Het verhaal van Genji]; (7) Yūgao [titel van een no-lied]; (8) Yūgao [titel van een door Kikuoka Kengyō 菊岡検校 gecomponeerd volkslied; koto-stuk]; (9) Yūgao [personage in Het verhaal van Genji]
好色koushyoku (1) wellust; zinnelijke begeerte; sensualiteit; liederlijkheid; geilheid; wulpsheid; (2) schoonheid; knapheid; (3) schone; beauté; knapperd; (4) prostituee; lichtekooi; (5) wellustig; zinnelijk; sensueel; liederlijk; geil; wulps; libidineus; heet
山yama (1) berg; gebergte; beboste bergen; bergwoud; bergbos; [vliegert.] knots; (2) aardhoop; aardverhoging; terp; (kunstmatige) heuvel; ophoging; hoogte; [Mal.] boekit; (3) begraafplaats; kerkhof; tumulus; (keizerlijke) grafheuvel; grafterp; (4) mijn; kolenmijn; (5) hoop; stapel; tas; portie; [m.b.t. fruit] partij; [m.b.t. hooi] mijt; [m.b.t. steenslag] kits; [m.b.t. vlas] schelf; [m.b.t. slagroom] toef; zwelling (ten gevolge van een cauterisatiebehandeling); (6) top; bovendeel [bv. bol van een hoed; kop van een schroef; knop op een helm]; (7) hoogtepunt; climax; piek; uitschieter; spits; toppunt; apogeum; zenit; ontknoping [van een stuk]; apotheose; [m.b.t. vertoning] klapstuk; summum; culminatiepunt; keerpunt; uur van de waarheid; moment suprême; finest hour; momentum; beslissend ogenblik; het beste dat men kan doen; (8) wissel op de toekomst; speculatie; giswerk; gok [bv. op de gok blokken]; de sprong [wagen]; sprong in het duister; ongewisse; waagstuk; gissing; bluf; humbug; schijnvertoon; bombast; (9) hevigheid; intensiteit; ergheid; (10) massa; boel; bende; groot aantal; drom; menigte; (11) rots; toeverlaat; idool; voorbeeld; (12) praalwagen in de vorm van een berg; (13) valkuil om evers of herten te vangen; (14) lichtekooi; prostituee; (15) voorraadtekort [i.h.b. tekort aan levensmiddelen]; het uitverkocht zijn; het niet voorhanden zijn; (16) slangwoord voor "misdrijf"; (17) naam voor de Enryakuji 延暦寺 op de Hieizan 比叡山; [i.h.b.] de Hieizan; (18) [maatwoord voor bergen; en i.h.b. bergbossen en mijnen]; (19) [maatwoord voor een voorgeschotelde portie; stapeltje fruit enz.]; (a) berg-; wilde … [voorvoegsel aan een planten- of dierennaam dat aangeeft dat het de wilde variëteit of bergsoort van het grondwoord betreft]; (b) [schertsend; vrijwel betekenisloos achtervoegsel bij bepaalde werkwoorden en adjectieven; werd in de Edo-tijd onder bon-vivants gebruikt]
干瓢 ; 乾瓢kanpixyou (1) [cul.] gedroogd reepje fleskalebas; (2) [Edo-gesch.] prostituee
普賢fugen (1) [boeddh.] Samantabhadra [= naam van een bodhisattva]; (2) prostituee
淫売inbai (1) prostitutie; (2) prostituee; hoer
牛ushi (1) rund; koe; Bos taurus; (2) [cul.] rundvlees; [Sur.N.] koe; (3) kunstpenis; dildo; (4) runner voor een bordeel; klantenlokker; [Barg.] brenger; (5) [Edo-gesch.; Shimoda 下田 (prov. Izu 伊豆)-dialect] prostituee; (6) [Jap.cul.] gyūhi [= traditionele lekkernij; bereid van rijstbloem; suiker en smaakstoffen]; (7) [楊弓; 大弓で] honderd; (8) [dierk.] tong; zeetong; (9) [bouwk.] houten constructie; (10) [bouwk.] zware steunbalk; (11) stroombreker; waterkering; beer
牡丹 ; ボタンbotan (1) [plantk.] boompioen; heesterpioen; Paeonia suffruticosa; (2) [m.b.t. kimono-drapering] boompioen-kleurschakering; (3) [Jap.herald.] gestileerde bloem van de boompioen; (4) everzwijnvlees; varkensvlees; (5) hoer; prostituee; (6) bloemenkaart die de zesde maand voorstelt; (7) [Jap.Barg.] katoen; watten; [i.h.b.] met katoen gevoerde kleding; (8) [Jap.Barg.] baas van het gokkersgilde
色女iroonna (1) mooi meisje; mooie vrouw; schoonheid; beauty; (2) verleidelijke vrouw; vamp; coquette; (3) minnares; maîtresse; geliefde; (4) publieke vrouw; meisje van plezier; prostituee; hoer
色好みirogonomi (1) zinnelijke begeerte; wellust; sensualiteit; sensualisme; liederlijkheid; geilheid; wulpsheid; (2) wellusteling; wulps mens; snoeper; geilaard; casanova; don Juan; (3) sensualist; eroticus; erotofiel; (4) estheet; fijnproever; connaisseur; kenner; (5) prostituee; lichtekooi
花柳karyuu (1) rode bloemen en groene wilgen; [meton.] prachtig mooie dingen; (2) prostituee; geisha
足ashi (1) [anat.] been; poot; [inform.] stelt; [烏賊; 蛸の] arm; tentakel; (2) [anat.] voet; (3) mannelijk geslachtsdeel; derde been; (4) [fig.] poot; onderstel; stut; [山の] voet; [旗の] vlucht; (5) [wisk.] voet; voetpunt; (6) onderste gedeelte van een Chinees karakter; (7) ashikanamono [= metalen ringen aan een zwaardschede ter bevestiging van rijgsnoeren]; (8) stap; tred; schrede; pas; gang; loop; tempo; (9) [paardensport] [馬の] gang; snelheid; (10) [scheepv.] vaart; snelheid; (11) [scheepv.] levend werk [= deel van een schip dat zich in het water bevindt]; diepgang; (12) [scheepv.] stabiliteit; stijfheid; (13) [客の] bezoek; aanloop; opkomst; klandizie; (14) [犯人の] gangen; spoor; [i.h.b.] vluchtroute; (15) aanwijzing; spoor; aanknopingspunt; (16) [雨; 雲; 風の] drift; gesteldheid; (17) vervoer; transport; vervoermiddel; transportmiddel; [meton.] gelegenheid; (18) transportkosten; vervoerkosten; vervoerprijs; reiskosten; (19) geld; geldmiddelen; middelen; (20) [武士の] dotatie; apanage; toelage; (21) rente; interest; intrest; (22) verlies; derving; tekort; gebrek; [i.h.b.] schuld; (23) [beurst.] koers; marktbeweging; trend; tendens; (24) [食べ物の] houdbaarheid; (25) [餅の] kleverigheid; plakkerigheid; (26) [酒の] kwaliteit; karakter; (27) [網目の] maaswijdte; (28) [柿葺きで] overstek [= afstand waarmee de ene dakspaan over de andere uitsteekt]; (29) poppenspeler die het voetenwerk van een marionet bedient; (30) prostituee; liefje; (31) circa …; ongeveer …
遊女yuujo (1) hoer; prostituee; meisje van plezier; fille de joie; (2) chanteuse; danseuse; animeermeisje; entraineuse; gogogirl; (3) uitgaanster; boemelaarster
達磨daruma (1) [boeddh.] dharma; grondregel; norm; waarheid; wet; doctrine; (2) Daruma-pop [op het gezicht na rode papier-maché pop; tuimelaar die Bodhidharma in zitmeditatie voorstelt; als gelukbrengende mascotte wordt vaak een oog zwart ingekleurd waarna het andere volgt zodra een wens uitgekomen is]; (3) voorwerp in de vorm van een Daruma-pop; (4) iets dat volledig rood is; (5) vrouw die makkelijk platgaat; prostituee; (6) boeddhistische priester; (7) haori-jasje; (8) Bodhidharma [stichter-patriarch van het Chinese zenboeddhisme]