日蘭辭典+

24 resultaten voor ‘ronduit’
日蘭辭典 (trefwoord)
arawaniあらはに
(露わに、露に、あらわに) bw. (1) [明らさまに] ronduit; openhartig; zonder omwegen; zonder er doekjes om te winden. ¶ 明らさまに總てを云ひなさい je moet alles ronduit zeggen. (2) [公然と] openlijk; in het openbaar.
arinomama有の儘
(有りのまま) zn. waarheid v. ¶ 有の儘を言ふ de waarheid zeggen; precies vertellen, hoe het is. ¶ 有の儘の onvervalscht; onopgesmukt. ¶ 有の儘に precies als het is; ronduit. ¶ 有の儘に言へば ronduit gezegd; om je de waarheid te zeggen. ¶ 有の儘の事實 de naakte waarheid;
assarishitaあっさりした
bn. net; eenvoudig; licht. ¶ あっさりした食事 eenvoudig eten; lichte maaltijd; burgerpot. ¶ あっさりした家 een net huisje. ¶ あっさりした繪 een eenvoudig schilderijtje. ¶ あっさりした een gedekte kleur; een niet opvallende kleur. ¶ あっさりと言ふ rondweg zeggen; ronduit zeggen.
jitsu
() zn. (1) [眞實] waarheid v.; werkelijkheid v.; ware toestand m. (2) [誠意] oprechtheid v. (3) [割算] factor m.; getal dat gedeeld kan worden op. ¶ を明かす de waarheid aan het licht brengen. ¶ を盡す oprechtheid toonen; vriendelijkheid bewijzen. ¶ は inderaad; feitelijk. ¶ を言へば om de waarheid te zeggen; ronduit gezegd; openhartig gesproken. ¶ werkelijk; waar; feitelijk. ¶ inderdaad; zeer (甚だ).. ¶ らしい aannemelijk; plausibel.
akehanashi ni開け放しに
nani
vnw. wat; eenig; tw. wat! hoe! ¶ を隠さう ronduit gezegd. ¶ を言っても wat men ook mag zeggen. ¶ はさて措き in de eerste plaats. ¶ が要るか wat wou je?; wat moet je? ¶ にせよ hoe het ook zij. ¶ なに、あの人が死んだって wat!; is hij dood?
hontō本當

(本当) zn. waarheid v.; werkelijkheid v.; feit o. ¶ 本當の waar; werkelijk; echt. ¶ 本當に waarlijk; inderdaad; in ernst. ¶ 本當にする voor ernst opnemen; gelooven. ¶ 本當を言へば ronduit gezegd; eerlijk gezegd. ¶ 何時が本當です wat is de juiste tijd nu? ¶ 本當ですか is het heusch waar? ¶ 本當か知らぬ zou het waar zijn?

kokoro
zn. hart o.; ziel v.; geest m.; innerlijk o.; inborst v. ¶ の狹い kleinzielig; bekrompen. ¶ 正しい het hart op de rechte plaats. ¶ を合わせ eens van zin. ¶ に印す in het hart griffen. ¶ 開く zijn hart openleggen. ¶ を入かへる zich beteren. ¶ から van ganscher harte. ¶ は in zijn hart; in den grond. ¶ 人のを汲む zich verplaatsen in de gevoelens van een ander. ¶ ありげの vol beteekenis. ¶ をやすめる zich geruststellen. ¶ 引く aantrekken; verleiden. を落着ける tot bezinning komen. ¶ を用ゐる aandacht schenken aan. ¶ を盡す zijn best doen. ¶ 置なく naar hartelust; ronduit (率直に); vrijelijk. ¶ の儘に geheel vrijwillig; uit vrijen wil.
tsutsumikakusu包隱す
(包み隠す) t.w. verbergen; verheimelijken; in den doofpot doen. ¶ 包隱さずに ronduit; openhartig; zonder iets te verzwijgen.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <ronduit>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
きっぱりとkipparito (1) kordaat; ronduit; stellig; beslist; uitdrukkelijk; resoluut; (2) helemaal; volledig; compleet; eens en voorgoed; definitief
すっぱりsuppari (1) [~と切る] in een keer; (2) [~やめる] resoluut; eens en voorgoed; definitief; abrupt; kordaat; vastberaden; zonder meer; zonder omhaal; sec; clean; [~断る] gladaf; plataf; ronduit; botweg; [Belg.N.] vlakaf
ずけずけzukezuke onverbloemd; cru; onbewimpeld; onverholen; onomwonden; eerlijk; frank; rechtuit; openlijk; openhartig; oprecht; ronduit; zonder er doekjes om te winden; botweg; onbehouwen
はっきりhakkiri (1) duidelijk; klaar; goed (waarneembaar); helder; scherp (begrensd); geprononceerd; uitgesproken; niet mis te verstaan; ondubbelzinnig; vastomlijnd; scherpomlijnd; welomschreven; welomlijnd; levendig [bv. zich ~ herinneren]; exact; zeker; (2) opgewekt [van gemoed; geestesgesteldheid]; helder [van weersgesteldheid]; bestendig; (3) ronduit; oprecht; eerlijk; openhartig; open; rechtuit; rechtdoorzee; onomwonden; onverbloemd; ruiterlijk
一蹴するisshyuusuru (1) botweg; ronduit; vierkant; resoluut weigeren; afwijzen; versmaden; verwerpen; van de hand wijzen; vertikken; verdommen; (2) een flink pak slaag; rammelransel geven; gemakkelijk overwinnen; met gemak achter zich laten; met iemand de vloer aanvegen
剥き出しにmukidashini openhartig; eerlijk; openlijk; zonder er doekjes om te winden; oprecht; rondborstig; ongezouten; onomwonden; onverbloemd; onverholen; onverheeld; onbedekt; onbewimpeld; ronduit; rechtuit; rechtdoorzee; recht voor z'n raap
単刀直入にtantouchokunyuuni oprecht; open; eerlijk; direct; rond; ronduit; op de man af; rechtuit; rechttoe rechtaan; onbevangen; zonder omhaal; zonder omwegen; vierkant; platweg; à bout portant; recht voor z'n raap; zonder eromheen te draaien; de dingen bij de naam noemend; zonder omslag; zonder omwegen; [inform.] straight; [Belg.N.] vlakaf
堂々と ; 堂堂とdoudouto (1) statig; in grote stijl; weids; groots; waardig; met allure; in al zijn waardigheid; met staatsie; majesteitelijk; plechtig; plechtstatig; plechtiglijk; gedragen; [muz.] grandioso; (2) met aplomb; geposeerd; zelfverzekerd; [Belg.N.] zelfzeker; onbedeesd; vol vertrouwen; (3) fair; billijk; eerlijk; rechtuit; openhartig; ronduit; openlijk; onverholen; onbewimpeld; ongegeneerd; simpelweg; eenvoudigweg; slechtweg; boudweg; zonder blikken of blozen; zonder poespas; rechttoe rechtaan
心置き無くkokorookinaku (1) zonder enige reserve; terughoudendheid; zonder enig voorbehoud; zonder aarzelen; vrijelijk; vrij; ronduit; rechtuit; openhartig; onbeschroomd; zonder schroom; onbevangen; (2) onbevreesd; onbezorgd; zonder zich zorgen te hoeven maken; vrij van zorgen; onbekommerd; kommerloos; gerust; in alle rust; gemoedsrust
有り体aritei [~に言えば; に言うと] om de waarheid te zeggen; om eerlijk te zijn; eerlijk; ronduit gezegd; om het (maar) ronduit; cru te zeggen
無下にmugeni botweg; kortaf; bot; ronduit; vastberaden; kordaat
率直sotchoku oprecht; eerlijk; rechtuit; openhartig; frank; openlijk; vrijuit; rechttoe; rechtaan; onbevangen; onbewimpeld; onverbloemd; ongeflatteerd; ruiterlijk; onomwonden; volmondig; vrijmoedig; rechtuit; rechtdoorzee; ronduit; rondborstig; rondweg; vierkant; franchement; recht voor zijn raap
露骨rokotsu (1) open; frank; openhartig; eerlijk; onverholen; openlijk; onverheeld; onverbloemd; onomwonden; ondubbelzinnig; oprecht; rondborstig; [~に] zonder omwegen; vrijuit; ronduit; rechtuit; platweg; [Belg.N.] vlakaf; (2) grof; rauw; plat; laag-bij-de-gronds; platvloers; onfatsoenlijk; onwelvoeglijk; [m.b.t. mop] schuin; schunnig; aangebrand; suggestief; getint; [euf.] expliciet; onvertogen; onbetamelijk; indecent; scabreus
arawa (1) bloot; naakt; duidelijk zichtbaar; (2) openbaar; publiek; publiekelijk; (3) open; openlijk; onverholen; onverbloemd; onverheeld; onbewimpeld; onbedekt; onomwonden; vrijuit; openhartig; eerlijk; ronduit; (4) duidelijk; onmiskenbaar; apert; klaar; merkbaar; manifest; evident; uitgesproken; uitdrukkelijk; expliciet
頭からatamakara (1) van meet af aan; van het begin af aan; (2) botweg; ronduit; [~…ない] helemaal; in het geheel
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.48 sec. jiten.nl: 9 treffers, warandict: 15 treffers (zoekopdracht: 'ronduit', strategie: exact). 
2005-2023