22 resultaten voor ‘spreken’
日蘭辭典 (trefwoord)
iu・言ふ、云ふ
(言う、云う) t.w. (1) [言ふ]
zeggen. (2) [
告げる]
vertellen. (3) [
話す]
spreken. (4) [呼ぶ]
noemen. ¶ 云ひ條 zelfs al neemt men aan, dat. ¶ 言へない ik
kan niet
zeggen of ...... ¶ 言ふ迄もなく het spreekt van zelf; uit den
aard der zaak;
onnoodig te
zeggen dat ...... ¶ 言ふ所の zoogenaamd. ¶ 言ふに言はれない onuitsprekelijk; onbeschrijfelijk. ¶ 言ふもかなり men
kan gerust
zeggen, dat ..... ¶ 言ふと同時に實行する de
daad bij het
woord voegen. ¶
法律から言へば wettelijk gesproken. ¶ 言ふ
事を
聞く luisteren naar iemands woorden; doen wat een ander zegt. ¶ 言はぬが花 het is het beste erover te
zwijgen. ¶ それは
蘭語で
何と云ひますか hoe zeg
je dat in het
Hollandsch?; wat is dat in het
Hollandsch? ¶
君に少し言ひ度い
事がある ik heb
je wat te
vertellen. ¶ それ見な言はぬことか wel, heb ik het
je niet gezegd; wel heb ik
je nietgewaarschuwd? ¶ 大きく言ふ overdrijven. ¶
暗に言ふ te verstaan geven. ¶ 物を言へなくなる
verstomd staan; met stomheid geslagen zijn. ¶
人を悪く言ふ
kwaad van iemand
spreken. ¶ あの
人はスミットと云ひます die meneer heet Smit. ¶ スミットと云ふ
人 een meneer, genaamd Smit; een zekere (meneer) Smit. ¶ 彼は恩知らずだと云はれる men zegt, dat hij
ondankbaar is; men verwijt hem ondankbaarheid. ¶ とは言ふものの
hoe het ook zij.
SUPPLEMENT (trefwoord)
nihongo‚ nippongo・日本語
[taal] Japans; het Japans; de Japanse taal. ¶ 彼女は日本語が話せます。Kanojo wa nihongo ga hanasemasu. Zij kan Japans spreken [TTC] ¶ 日本語のソフトを落とすコツ・いいサイトありませんか? Nihongo no sofuto wo otosu kotsu / ii saito arimasen ka? Zijn er geen foefjes of goede websites om Japanse software binnen te halen? [TTC] ¶ 日本語版があったらいいな。 Nihongohan ga attara ii na. Het zijn zou fijn zijn als er een Japanse uitgave [editie] was. [TTC]
shaberu・喋る
(-r stam) (1)
babbelen;
kletsen; (
niet serieus, vrijblijvend)
praten; roddelen. ¶
日本人と
遭遇して
日本語めっちゃしゃべった。
Nihonjin to sōgōshite nihongo mettcha shabetta. Toevallig een Japanner ontmoet, we hebben tijdenlang gebabbeld. (twitter) (2)
informatie doorvertellen
die niet voor anderen bestemd is;
zich iets laten
ontvallen;
zich verspreken; roddelen. ¶ しゃべってしまった
shabette shimatta ik versprak me (twitter) ¶ 眠すぎて
真実しゃべってしまった
Nemusugite shinjitsu shabette shimatta Ik was te slaperig en liet me
ontvallen hoe het
werkelijk in elkaar zit. (twitter) ¶ あ、ごめんなさい。聞かれてもいない余計なことをしゃべってしまったと思って、
ツイート消しちゃった。
A, gomen nasai. Kikarete mo inai yokei na koto wo shabette shimatta to omotte, twiito keshichatta. O,
neem me niet kwalijk. Omdat ik dacht dat ik
nodeloos uitweidde
over dingen die me
niet eens gevraagd waren had ik de
tweet verwijderd. (twitter) (3)
praten over iets. ¶
テレビでは、我が国の将来の
問題を誰かが深刻な
顔をしてしゃべっている。
Terebi de wa, wagakuni no shōrai no mondai wo dare ka ga shinkoku na kao wo shite shabette iru. Op TV is
iemand met een ernstige
blik over de problemen van ons land aan het
praten. (4) (in) een
taal praten; een
taal spreken. (TTC) ¶
彼らは
英語をしゃべっていますか。
Karera wa eigo wo shabette imasu ka. Spreken ze Engels? (TTC) ¶ 彼はとうとう中国語をしゃべる
ようになりました。
Kare wa tōtō chūgokugo wo shaberu yō ni narimashita. Hij is
eindelijk Chinees gaan
praten. (twitter)
SUPPLEMENT (trefwoord)
ik, mijn, mij
(1.a) (persoonlijk voornaamwoord; onderwerpsvorm) [ik] 私 [わたし] watashi (algemeen beleefd); 私 watakushi (formeel); 僕 boku (informeel; meest door jongens en mannen gebruikt, zelden door meisjes); あたし [私] atashi (informeel; meest door vrouwen gebruikt; soms door mannen in snelle spraak); 俺 ore (informeel; meest door mannen gebruikt). NB ‘ik’ wordt vaak niet uitgedrukt in het Japans, context en richtinggevende werkwoorden zijn vaak voldoende. De onderwerpsvorm ‘ik’ wordt in het Japans expliciet uitgedrukt via de achtervoegsels は wa en が ga, maar in spreektaal, of informele schrijftaal (briefjes, internet, mobiel), worden deze ook vaak weggelaten. Tevens kan het partikel も mo, dat ‘ook’ betekent, de plaats van は wa en が ga innemen. ¶ オランダ語が話せますか。 ええ。話せます。Orandago ga hanasemasu ka. Ee. Hanasemasu. Spreek je Nederlands? Ja, ik spreek Nederlands. NB Door de structuur van vraag en antwoord in het voorafgaande voorbeeld is duidelijk wat op wie betrekking heeft en daarom laat men in het Japans ‘ik’ (en ‘je’) weg. Antwoorden met wel een expliciet ‘ik’ zijn dan niet neutraal en dragen extra betekenis. Bijvoorbeeld: ええ。わたしは、話せます。 Ee. Watashi wa, hanasemasu. Dat zou vertaald kunnen worden als: ‘Andere mensen spreken geen Nederlands, maar ik wel’. ¶ 滝沢はフランス語が話せるけど、健、お前は? 僕も話せるよ。 Takizawa wa Furansugo ga hanaseru kedo, Ken, omae wa? Boku mo hanaseru yo. Takizawa spreekt Frans. En jij, Ken? Ik ook hoor. [Ik spreek het ook hoor.] (BEJD) NB In het antwoord van Ken kan een Japanse vorm voor ‘ik’ niet weggelaten worden, door de nadruk die het heeft.
(1.b) (bezitsvorm) [mijn, m’n, van mij] dezelfde voornaamwoorden in (1.a) gevolgd door の no, dus 私の watashi no, 僕の boku no etc. Afhankelijk van de context kan ‘mijn’ onuitgesproken blijven. ¶ 私の子供達はもうすぐ春休みです。 Watashi no kodomotachi wa mō sugu haruyasumi desu. Mijn kinderen hebben bijna voorjaarsvakantie. (TTC)
(1.c) (voorwerpsvorm) [mij, me] dezelfde voornaamwoorden in (1.a) maar dan vaak gevolgd door を [w]o of に ni. Afhankelijk van de context kan ‘mij’ onuitgesproken blijven. Niet alle Nederlandse voorwerpsvormen hebben in het Japans grammaticaal equivalente vormen. ¶ 俺を哀れに思って助けてくれたのさ。 Ore wo aware ni omotte tasukete kureta no sa. Hij had medelijden met mij en hielp me daarom uit de brand. (informeel, mannelijke spreker). ¶ 両親が私にはがきを送ってくれた。 Ryōshin ga watashi ni hagaki wo okutte kureta. M’n ouders hebben me een ansichtkaart gestuurd. (TTC)
(2) (znw.) [het ik; het ego; het zelf] 自我 jiga; 我 [われ] ware; 我 ga; 私 watashi. ¶ 日本人の自我 Nihonjin no jiga Het Japanse zelf [Het Japanse ik].
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <spreken>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
De weergave van het Japans van de resultaten hieronder is gespeld in een vorm van
waapuro-spelling. De spelling komt overeen met de originele spelling in
hiragana in het Japans. De verschillen met de
Hepburn-spelling van de overige resultaten zijn eenvoudig:
spelling |
uitspraak |
uu |
lang aangehouden /oe/ (Hepburn spelling: ū) |
ou |
lang aangehouden /o/ (Hepburn spelling: ō) |
(soms, als in 酔う you "dronken zijn") uitspraak: /o/ + /oe/ |
ei |
lang aangehouden /ee/ (dit is identiek in Hepburn spelling) |
ha |
/ha/ (identiek aan Nederlands en Hepburn spelling) |
alleen voor het partikel は: uitspraak /wa/ |
he |
/he/ (identiek aan Nederlands en Hepburn spelling |
alleen voor het partikel へ: uitspraak /e/ |
[verberg]
代弁するdaibensuru (1) betalen namens een ander; (2) optreden als gemachtigde; agent; een partij; ander vertegenwoordigen; (3) de woordvoering doen; spreken; het woord voeren namens een ander; de woordvoerder zijn
仰る ; 仰有るosshyaru (1) zeggen; (2) vertellen; mededelen; (3) spreken; praten; (4) heten; noemen
喋るshyaberu spreken; praten; babbelen; kletsen; keuvelen; snappen; snateren; kwebbelen; [fig.] kleppen; [inform.] lullen; [fig.] kakelen; [Barg.] poekelen; [Barg.] dibberen; [i.h.b.] (verder) vertellen; [i.h.b.] verklappen; [i.h.b.] er uitflappen; [i.h.b.] zich laten ontvallen
言い切るiikiru (1) verzekeren; bevestigen; garanderen; asserteren; (2) uitzeggen; uitspreken; ten einde zeggen; spreken; (3) het einde van de omgang aanzeggen
言う ; 云う ; 謂うiu (1) zeggen; (2) vertellen; mededelen; (3) spreken; praten; (4) heten
言gen (1) gesproken taal; spraak; (2) [taalk.] parole; taalgebruik; (a) spreken; (b) gesprokene; taal; woorden
言gon (1) [muz.] gon [= naam van het tiende pijpje (v.r.n.l.) van een shō 笙]; (2) [muz.] gon [= naam van een bep. vingerzetting op een biwa-luit]; (3) [maatwoord voor woorden; uitingen; karakters (in een Chinese versregel)]; (a) spreken; woorden
話すhanasu (1) spreken; praten; vertellen; zeggen; verhalen; relateren; snakken; snappen; [oneig.] melden; [Barg.] dibberen; (2) bepraten; zich onderhouden (met); spreken (met); een gesprek voeren; converseren; [Barg.] bedibberen; (3) [een taal] spreken
語go (1) woord; (2) term; terminologie; (3) spraak; uiting; uitlating; (4) taal; (5) taal van de …; -se taal [volgt op de naam van een land; volk; etc.]; (6) [maatwoord voor woorden]; (a) spreken; vertellen; zeggen; (b) woord; verwoording; (c) uitspraak; gezegde; (d) vertelling; verhaal; monogatari; (e) Lúnyǔ
述べる ; 宣べる ; 陳べるnoberu verklaren; vermelden; noemen; zeggen; uiten; geven; uiteenzetten; stellen; [z'n gedachten enz.] uitdrukken; [z'n medeleven enz.] betuigen; onder woorden brengen; aangeven; verslag uitbrengen; melden; uitspreken; [de waarheid enz.] spreken; vertellen; [omstandig; in het kort enz.] verhalen; gewagen
雑談するzatsudansuru een babbeltje slaan; een kletspraatje; beuzelpraatje maken; over koetjes en kalfjes praten; spreken; babbelen; keuvelen
Tijd: 0.5 sec. jiten.nl: 11 treffers, warandict: 11 treffers (zoekopdracht: 'spreken', strategie: exact).
2005-2023