日蘭辭典+

16 resultaten voor ‘standpunt’
日蘭辭典 (trefwoord)
kenchi見地
karaから
vz. (1) [分離] van; uit. (2) [より] van. (3) [出所] van; uit. (4) [起源] met; van. (5) [通過の意] langs (bw.); door; via. (6) [原料, 材料] van; uit; met. (7) [時] sinds; sedert; van; om. (8) [方角] in. (9) [原據] van uit. (10) [から] door; van. vw. (11) [原因] omdat; vz. door; ten gevolge van. (12) [距離] van. ¶ 上から van boven. ¶ から van den morgen tot den avond; den geheelen dag. ¶ 此の見地からすれば van dit standpunt bezien. ¶ 病氣だから wegens ziekte. ¶ 子供の時から sinds zijn jeugd. ¶ 九時から始まります het begint om negen uur. ¶ それはから出來てゐる dit is van ijzer gemaakt. ¶ 火事はどこから出たのか waar is de brand begonnen?
me
(眼) zn. (1) [眼] oog o. (2) [視力] gezicht o. (3) [注] aandacht v. (4) [見界] gezichtspunt o.; oogpunt o. (5) [鑑識] oordeel o.; verstand o. (6) [織] structuur v. (7) [網目] mazen v.mv. (8) [鋸齒] tand m. (9) [木理] draad m.; grein o. (10) [遭遇] behandeling v.; bejegening v.; ervaring v. [同情] sympathie v.; welwillendheid v. (12) [刻] inkeping. ¶ 愛くるしい眼 mooie oogen. ¶ 血走った met bloed beloopen oogen. ¶ 眼を向ける het oog richten op; den blik slaan op. ¶ 眼を覺ます de oogen openen; wakker worden. ¶ 眼を晦ます zand in de oogen strooien. ¶ 入る in het gezicht komen. ¶ 附く de aandacht trekken. ¶ の前で voor oogen; in tegenwoordigheid. ¶ が善い goede oogen hebben; goed kunnen zien; goed van gezicht zijn. ¶ 眼が見えなくなる het gezicht verliezen. ¶ 眼を留める de aandacht vestigen op. ¶ から見ると in zijn oogen; van zijn standpunt gezien. ¶ 利く scherp zien; een goed oordeel hebben; goed kunnen beoordeelen. ¶ の細かな織物 fijn geweven goed. ¶ ひどいめに合ふ bittere ervaring hebben; slechte bejegening ondervinden. ¶ かける vriendelijk behandelen. ¶ の瘤 een doorn in het oog; ergernis. ¶ に障る niet om aan te zien. ¶ inkepingen in den weegstok. ¶ が切れて居る niet het volle gewicht hebben; te licht zijn.
dono何の
vnw. wat (如何なる)?; welk (何れの)? ¶ 何のwaar ergens? ¶ どの電車にお乘りですか welke tram moet u hebben? ¶ どのから見ても van welk standpunt ook beschouwd.
shuchō主張
zn. (1) [唱道] pleidooi o.; voorspraak v.; bepleiting v. (2) [持論] opinie o.; meening v. (3) [權利などの] aanspraak v.; bewering v.; handhaving v. (4) [固持] halsstarrigheid v.; volharding v. ¶ 主張する bepleiten; aanspraak maken. ¶ 自説を主張する eigen meening verdedigen; zijn standpunt handhaven. ¶ 無罪を主張する onschuld bepleiten. ¶ 權利を主張する een recht eischen. ¶ 主張者 pleiter; eischer.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <standpunt>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
アングルanguru (1) hoek; (2) [meetk.] hoek; (3) camerastandpunt; standpunt; gezichtshoek; invalshoek
スタンスsutansu (1) standpunt; stellingname; houding; opstelling; (2) [honkb.; golf; tennis] houding; stand; beenstand; postuur; (3) [klimsport] steunpunt
ten (1) punt; stip; stippel; [als decimaalteken] komma; [Lat.] punctum; (2) puntje; stipje; tittel; [op letterteken; veroud.] tip; (3) punctuatie; interpunctie; interpunctieteken; [taalk.; veroud.] sluitteken; (4) punt; waarderingspunt; waarderingscijfer; cijfer; [m.b.t. een Japans dichtwerk] waarderingsteken; (5) punten; score; [voetbal] doelpunt; treffer; [cricket; honkbal] run; (6) punt; kwestie; opzicht; standpunt; gezichtspunt; oogpunt; (7) [maatwoord voor punten; runs]; (8) [maatwoord voor stuks; artikelen]
立場tachiba (1) positie; situatie; plaats; stelling; hoedanigheid; [fig.] iems. schoenen; [対等の] voet; [苦しい~] parket; (2) standpunt; stellingname; houding; opstelling; opvatting; [oneig.] gezichtspunt; [oneig.] oogpunt; [fig.] hoek
見地kenchi standpunt; gezichtspunt; oogpunt
見方mikata (1) visie; standpunt; opvatting; optiek; invalshoek; perspectief; oogpunt; gezichtshoek; gezichtspunt; zienswijze; benaderingswijze; insteek; inzien; kijk; (2) manier van kijken; kijkwijze; kijkmethode
見解kenkai (1) mening; opinie; inzicht; opvatting; standpunt; zienswijze; visie; (2) interpretatie; uitleg; verklaring; toelichting; verklarende uitlegging
視点shiten standpunt; oogpunt; gezichtspunt; optiek; visie; perspectief; opzicht; zienswijze; gezichtshoek; invalshoek; insteek
視角shikaku (1) [natuurk.] gezichtshoek; optische hoek; (2) [fig.] gezichtspunt; standpunt; oogpunt; opzicht; perspectief; punt van waaruit men een zaak beschouwt
観点kanten zienswijze; oogpunt; gezichtspunt; standpunt; optiek; perspectief; gezichtshoek; invalshoek; insteek; opzicht
足代ashishiro (1) steun; steunpunt voor de voet; plaats om te staan; vaste voet; houvast; (2) bouwsteiger; steiger; stellage; stelling; steigerwerk; (3) ondersteuning; basis; fundament; grondslag; standpunt
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.46 sec. jiten.nl: 5 treffers, warandict: 11 treffers (zoekopdracht: 'standpunt', strategie: exact). 
2005-2023