日蘭辭典+

34 resultaten voor ‘talent’
日蘭辭典 (trefwoord)
sainō才能
zn. talent o.; gave v.; geschiktheid v.; ¶ 才能ある begaafd; talentvol; geschikt; bekwaam.
tenpu天賦
zn. talent o.; gave v.; ingeboren natuur v. ¶ 天賦の ingeboren; aangeboren; inherent; van nature; natuurlijk.
hataraki

(働き) zn. (1) [勞働] arbeid m.; werk o.; verrichting v. (2) [才能] bekwaamheid v.; geschiktheid v.; talent o. (3) [功績] verdienste v. (4) [骨折] inspanning v. (5) [動作] actie v. (6) [運轉] beweging v. ¶ 働者 bekwaam man; energiek persoon.

SUPPLEMENT (trefwoord)
sayūsuru左右する
(ww.) (1) [支配する] beheersen; macht hebben over; in de hand hebben. (2) [影響を与える] beïnvloeden; bepalen; een belangrijke factor zijn; een rol spelen. ¶ 天候が明日の試合を最も左右するだろう。 Tenkō ga ashita no shiai wo mottomo sayūsuru darō. Het weer zal de belangrijkste factor zijn in de wedstrijd van morgen. ¶ 音楽家としての成功を左右するのは、才能である。 Ongakuka to shite no seikō wo sayūsuru no wa, sainō de aru. De bepalende factor voor het succes van een musicus, is talent. ¶ 競馬は馬の能力だけでなく、ジョッキーの技術に左右される。 Keiba no uma no sairyoku dake de naku, jokkii no gijutsu ni sayūsareru. Bij paardenrennen speelt niet alleen de kracht van het paard een rol, maar ook de vaardigheid van de jockey. (yamasv) 彼の返事は彼の気分に左右される。 Kare no henji wa kare no kibun ni sayūsareru. Zijn antwoord wordt bepaald door zijn stemming. ¶ 大衆の意見が大統領の決定を左右するtaishū no iken ga daitōryō no kettei wo sayūsuru. De publieke opinie beïnvloed de beslissingen van de president. (TTC)
TEKST EN UITLEG (trefwoord)
bron:The Tanaka Corpus開花
¶ 天候が寒いと多くの植物開花できない。 Als het weer koud is kunnen de meeste planten niet bloeien. ¶ イタリアンルネッサンスを開花させるきっかけを作ったのはジョットの功績だ。 Het was de verdienste van Giotto dat hij de aanleiding creëerde die de Italiaanse renaissance deed ontluiken. ¶ 彼は数学の才能開花した。 Hij toonde aanleg voor wiskunde. ¶ 音楽の才能は普通早く開花する。 Talent voor muziek openbaart zich gewoonlijk op jonge leeftijd.
bron:The Tanaka Corpus羨ましい
¶ 彼女はとてもうらやましい地位についている。 Kanojo wa totemo urayamashii ichi ni tsuite iru. Ze bekleed een buitengewoon benijdenswaardige positie. ¶ 彼は彼女の生き方がうらやましかったKare wa kanojo no ikikata ga urayamashikatta. Hij was jaloers op haar levensstijl. ¶ 私は彼がうらやましい。Watashi wa kare ga urayamashii. Ik benijd hem. Ik ben jaloers op hem. ¶ 不器用なその男は彼女の並外れた才能を羨ましく思った。 Bukiyō na sono otoko wa kanojo no namihazureta sainō wo urayamashiku omotta. De onbekwame man benijdde haar bovengemiddelde talenten.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <talent>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
キャパkyapa (1) capaciteit; vermogen; potentieel; kundigheid; vaardigheid; geschiktheid; aanleg; talent; (2) capaciteit; volume; inhoud; bergruimte
キャパシティkyapashiti (1) capaciteit; vermogen; potentieel; kundigheid; vaardigheid; geschiktheid; aanleg; talent; (2) capaciteit; volume; inhoud; bergruimte
人材jinzai (1) getalenteerd persoon; talent; (2) human resources; personeel
人 ; ヒトhito (1) mens; Homo sapiens; (2) persoon; mens; ziel; sterveling; [oorspr.bijb.] mensenkind; [oneig.] man; [oneig.] vrouw; figuur; individu; type; iemand; (3) karakter; inborst; aard; persoonlijkheid; [i.h.b.] talent; (4) de mensen; hij of zij; iemand anders; de andere; men; je
俊彦shyungen talent; genie; getalenteerd; hoogbegaafd man
俊足shyunsoku (1) uitblinker; talent; genie; harddraver; (2) snelle benen; snelle voeten; (3) snelle loper; (4) snel lopend; snelvoetig; snelbenig; vlug ter been; rap ter been
力量rikiryou aanleg; talent; gave; begaafdheid; kwaliteiten; capaciteiten; bekwaamheid; vermogen; capabiliteit
器物utsuwamono (1) recipiënt; vat; (vergaar)bak; container; (2) talent; gave; begaafdheid; aanleg; kaliber; (3) [muz.] muziekinstrument; instrument; [lit.t.] speeltuig
器量kiryou (1) talent; vermogen; capaciteit; gave; bekwaamheid; kaliber; formaat; (2) [女性の] uiterlijk; voorkomen; looks; trekken; gelaatstrekken; gezicht; (3) [男性の] reputatie; verdienste; eer; goede naam
天授tenju (1) geschenk van de hemel; godsgeschenk; [lit.t.] hemelval; [i.h.b.] talent; aanleg; natuurtalent; (2) [Jap.gesch.] Tenju-periode (1375-1381); (3) [boeddh.gesch.] Devadatta
役者yakushya (1) acteur; actrice; toneelspeler; toneelspeelster; speler; speelster; artiest; performer; uitvoerder; (2) steracteur; steractrice; diva; prima donna; talent; meester; uitblinker; virtuoos; (3) functionaris; ambtsdrager; ambtsbekleder; beambte; overheidsambtenaar; ambtenaar; rijksambtenaar; staatsambtenaar; staatsdienaar; regeringsambtenaar; (4) officiant; voorganger; celebrant; bonze die de dienst opdraagt; (5) […が一枚上だ] een maatje te groot zijn; beter zijn dan; met kop en schouders uitsteken boven; de baas zijn; het winnen van
御手前 ; 御点前 (bet. 3)otemae (1) kost; kostwinning; levensonderhoud; onderhoud; (2) talent; bekwaamheid; vaardigheid; capaciteit; (3) [m.b.t. theeceremonie] etiquette; protocol; ceremonieel; ceremoniële handelingen; procedure; (4) jij [gebruikt sedert de Muromachi-periode door samurai jegens een gelijke of iem. iets minder in rang]
手並みtenami vaardigheid; vakkundigheid; bedrevenheid; talent; kunde
才気saiki talent; vernuft; gevatheid; schranderheid; scherpzinnigheid
才能sainou (1) talent; gave; begaafdheid; aanleg; (2) getalenteerd (zijn)
技量giryou bedrevenheid; bekwaamheid; talent; vaardigheid; kundigheid; kunde; deskundigheid; bekwaamheid; competentie
曲者kusemono (1) verdacht persoon; onguur type; verraderlijk iemand; [i.h.b.] boef; schurk; bandiet; schelm; booswicht; schobbejak; snoodaard; schoelje; (2) lastig; moeilijk persoon; dwarsligger; enfant terrible; ongeleid projectiel; (3) sluwerd; leperd; geslepen persoon; (4) buitengewoon persoon; buitenbeentje; non-conformist; excentriekeling; (5) talent; meester; (6) monster
本領honryou (1) talent; gave; begaafdheid; capaciteit; competentie; kunnen; specialiteit; (2) functie; kerntaak; branche; terrein; gebied; competentiesfeer; (3) [gesch.] erfgebied; erfgrond; erfland; kernland
sai kunde; talent; bekwaamheid
zai (1) hout; [i.h.b.] timmerhout; (2) grondstof; materiaal; (3) talent; [i.h.b.] getalenteerde; (a) hout; timmerhout; (b) stof; materiaal; (c) kunde; talent; [i.h.b.] getalenteerde
筋 ; 条suji (1) vezel; draad; [oneig.] zeen; [oneig.] pees; [oneig.] spier; (2) ader; (3) aanleg; talent; gave; (4) lijn; streep; voor; vore; (5) [geneal.] lijn; linie; afstamming; afkomst; komaf; descendentie; bloed; (6) draad; plot; intrige; verwikkeling; rode draad; verhaallijn; (7) rede; logica; ratio; zinnigheid; (8) [確かな; 信頼すべき~] zijde; bron; kringen; (9) traject; tracé; (10) [囲碁; 将棋の] cruciale zet; (11) [maatwoord voor langgerekte objecten zoals rivieren; obi's; lijnen; rookkolommen; wegen enz.]
素質soshitsu (1) aard; natuur; karakter; inslag; vatbaarheid; [med.] diathese; (2) aanleg; kwaliteiten; predispositie; voorbeschiktheid; geschiktheid; [fig.] knobbel; [i.h.b.] talent
nou (1) kunde; vermogen; macht; kunnen; kunst; [Lat.] vis; talent; (2) nut; bruikbaarheid; utiliteit; (3) no; no-theater; no-spel
腕利きudekiki iemand met grote capaciteiten; bedreven; vaardig iemand; kei; meester; kraan; crack; uitblinker; talent
腕前udemae talent; bekwaamheid; kundigheid; deskundigheid; bedrevenheid
ude (1) [anat.] arm; (2) bekwaamheid; vaardigheid; geschiktheid; talent; bedrevenheid
gei (1) artistieke vaardigheid; bekwaamheid; kunst; kundigheid; talent; (2) opvoering; vertolking; [pregn.] prestatie; kunststuk; knap stuk werk; staaltje; (3) truc; kunstje; toer; (a) kunde; vaardigheid; techniek; (b) kunst; (c) amusement; entertainment; (d) provincie Aki 安芸
英才eisai (1) talent; begaafdheid; genialiteit; briljantheid; (2) talent; begaafde persoon; genie
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.47 sec. jiten.nl: 6 treffers, warandict: 28 treffers (zoekopdracht: 'talent', strategie: exact). 
2005-2023