日蘭辭典+

31 resultaten voor ‘titel’
日蘭辭典 (trefwoord)
daimoku題目

zn. (1) [題號] titel m. (2) [主題] onderwerp o.; thema o. (3) [日蓮宗の] gebed der Nichiren secte.

yakumei役名
zn. officieele titel m.
midashi見出
(見出し) zn. (1) [索引] index m. (2) [表題] opschrift o.; titel m.; hoofd o.
jibun自分
unw. zelf自分eigen. ¶ 自分で zelf; persoonlijk; in eigen persoon. ¶ 自分勝手 egoïsme; zelfzucht; eigenzinnigheid. ¶ 自分勝手に naar zijn eigen inzicht; (俗) op zijn eigen houtje. ¶ 自分きめの zelfbewust. ¶ 自分免許の met zichzelf ingenomen; zichzelf den titel gevend van; zich noemend. ¶ 自分の量見 eigen inzicht; discretie. ¶ 自分eigen gebruik. jiga も見よ.
SUPPLEMENT (trefwoord)
midashigo見出し語
zn. titelwoord (het); de titel of het trefwoord waaronder een artikel in een woordenboek of ander naslagwerk is terug te vinden, waarmee het betreffende artikel begint (meestal vetgedrukt) en dat de volgorde van de artikels in het betreffende naslagwerk bepaalt. Voor latijnse spelling is de ordening meestal alfabetisch, voor Japanse spelling meestal volgens de 五十音( gojūon).
hōdai邦題
zn. De Japanse titel voor een buitenlands werk (bijvoorbeeld een boek, film, muziekstuk, etc.).
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <titel>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
キャプションkyapushyon (1) onderschrift; opschrift; bijschrift; (2) titel; kop; hoofd
タイトルtaitoru (1) titel; opschrift; (2) [sportt.] titel; kampioenschap; (3) [sportt.] [maatwoord voor titels; kampioenschappen]
令状reijou (1) [jur.] bevelschrift; bevel; lastbrief; mandaat; (2) [jur.] akte; exploot; titel
優勝yuushyou overwinning; eindzege; kampioenschap; titel
優勝するyuushyousuru de overwinning; titel; kampioenstitel behalen; het kampioenschap winnen; kampioen worden; nummer een worden; als overwinnaar uit de strijd komen; de beker winnen; eerste plaats in de wacht slepen
初優勝hatsuyuushyou [sportt.] eerste overwinning; titel; eindzege; kampioenschap
卒業sotsugyou het afstuderen; het behalen van een diploma; bul; getuigschrift; titel; afronding; voltooiing van zijn studie
名前namae (1) naam; [i.h.b.] voornaam; (2) naam; [m.n. van boek] titel; benaming
名目myoumoku (1) naam; benaming; titel; (2) noemer; excuus; voorwendsel; (3) bijzondere leeswijze van een kanji; (4) spreekwoord; gezegde
名目meimoku (1) naam; benaming; titel; (2) noemer; excuus; voorwendsel
名称meishyou naam; benaming; [rel.] denominatie; titel
na (1) naam; benaming; [m.b.t. boeken] titel; [i.h.b.] voornaam; persoonsnaam; (2) (goede) naam; reputatie; faam; roem; roep; bekendheid; vermaardheid; beroemdheid; (3) mom; voorwendsel; dekmantel; pretext
外題gedai (1) titel; (2) stuk
改称kaishyou (1) naamsverandering; naamswijziging; hernoeming; herdoping; omdoping; (2) andere naam; benaming; titel; nieuwe naam; benaming; titel
書名shyomei boektitel; titel; naam van een boek; opschrift op een boek
様 ; 状sama (1) voorkomen; aanblik; uitzicht; aanzien; schijn; gezicht; air; toestand; staat; gesteldheid; situatie; omstandigheden; (2) -elings; -waarts [drukt een richting; oriëntatie uit]; (3) meneer; mijnheer; [afk.] m.; de heer; [afk.] dhr.; mevrouw; [afk.] Mw.; [afk.] Mevr.; madame; [afk.] Mme.; [afk.] Mad.; juffrouw; mejuffrouw; [afk.] Mej. [eerbetonend suffix; voorafgegaan door een naam; titel; status e.d.]; (4) [vaak i.c.m. het prefix o お of go ご een kwalificatie inklemmend]; (5) [voorafgegaan door de ren'yōkei van een dōshi noemt het de handeling die iem. net op het punt staat te doen]; (6) [voorafgegaan door de ren'yōkei van een dōshi noemt het de wijze of manier waarop een handeling zich voltrekt]
称号shyougou titel; [acad.] graad
肩書きkatagaki (1) titel; (2) postnominale titelaanduiding; (3) eerdere veroordeling; strafblad; slechte naam; reputatie
表題hyoudai titel; naam; opschrift; hoofd; kop; hoofding; superscriptie; headline
見出しmidashi (1) opschrift; titel; rubriek; kop; hoofd; hoofding; hoofdje; kopje; [jur.] intitulé; (2) inhoudsopgave; index; register; (3) ingang; lemma; artikel; titelwoord; trefwoord; steekwoord
選手権senshyuken [sportt.] kampioenschap; titel; kampioenstitel
項目koumoku (1) hoofd; hoofding; titel; (2) artikel; clausule; afzonderlijke bepaling in een contract; (3) item; artikel; punt; ingang; lemma; [予算~] post; (4) [maatwoord voor artikels; items]
dai (1) titel; opschrift; kop; hoofdje; (2) onderwerp; opgave; thema; topic (voor een verhandeling); (3) vraagstuk; opgave; probleem; vraag; (4) [maatwoord voor titels; onderwerpen; vraagstukken]; (a) kop; begin; (b) titel; opschrift; (c) onderwerp; thema; vraagstuk; (d) opschrijven; noteren; (e) evaluatie; taxatie
題名daimei titel; opschrift
題字daiji titelbelettering; titelkarakter(s); titel
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.51 sec. jiten.nl: 6 treffers, warandict: 25 treffers (zoekopdracht: 'titel', strategie: exact). 
2005-2023