日蘭辭典+

24 resultaten voor ‘toestaan’
日蘭辭典 (trefwoord)
ataeru與へる
(与える) t.w. (1) [贈與] ten geschenke geven; schenken. (2) [授與] geven; verleenen; toestaan. (3) [分與] uitdeelen. (4) [供給] verschaffen. (5) [蒙らす] bezorgen; geven;
inken引見
zn. onderhoud o.; audientie v. ¶ 引見する gehoor verleenen; onderhoud toestaan; audientie geven.
SUPPLEMENT (trefwoord)
shukkō出航
zn. vertrek; afreis; afvaart. ¶ 出航する vertrekken; afreizen; afvaren; het anker lichten. ¶ 船の出航を許さない de afvaart van een schip verhinderen [niet toestaan]; een schip aan de ketting leggen. ¶ 定期出航 vertrektijd. 出航日 vertrekdag. Vgl. shukkō 出港.
shōrisha勝利者
zn. winnaar; overwinnaar; veroveraar. ¶ 群集は勝利者を歓呼して迎えた。 Gunshū wa shōrisha wo kankoshite mukaeta. De menigte verwelkomde de winnaar met gejuig. (TTC) ¶ 最終の勝利者は後白河であったが、両乱を通じて武士を利用したため、その後の武士の台頭を許すこととなった。 Saishū no shōrisha wa Goshirakawa de atta ga, ryōran wo tsūjite bushi wo riyōshita tame, sonogo no bushi no taitō wo yurusu koto to natta. De uiteindelijke winnaar was Goshirakawa, maar omdat hij bij de oorlogen gebruik had gemaakt van Samurai stond dit later die Samurai toe politieke invloed te verkrijgen. (BCWK)
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <toestaan>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
うんと言うuntoiu ja zeggen; toestaan; toestemmen; instemmen; akkoord gaan
させるsaseru (1) [causatief ww.] doen …; laten …; (2) toelaten; toestaan
了解するryoukaisuru (1) begrijpen; verstaan; snappen; bevatten; vatten; (2) het eens worden; zich met elkaar verstaan; elkaar vinden; tot overeenstemming komen; (3) toestaan; toestemmen in; instemmen met; goedkeuren; akkoord gaan met; bewilligen; consenteren
勘弁するkanbensuru (1) vergeven; excuseren; niet kwalijk nemen; door de vingers zien; (2) toestaan; dulden; gedogen; verdragen; voor lief nemen; (3) niet belasten met; niet doen ondergaan; besparen
受け入れる ; 受け容れるukeireru (1) ontvangen; toelaten; opnemen; aannemen; aanvaarden; accepteren; (2) inwilligen; toestaan; instemmen met; ingaan op; tegemoetkomen; verhoren; (3) opvangen; onthalen; binnenlaten; toegang geven
ka (1) mogelijkheid; (2) goedkeuring; instemming; voorstem; (3) [onderw.] voldoende; [Belg.N.] voldoening; [afk.] D; kan ermee door; goed genoeg; passabel; redelijk; (a) toelaten; toestaan; (b) kunnen
同意するdouisuru akkoord gaan met; het eens zijn met; over; dezelfde mening toegedaan zijn; beamen; onderschrijven; instemmen met; toestemmen in; toestaan; goedkeuren; goedvinden; inwilligen
応じるoujiru (1) antwoorden; antwoord geven; ten antwoord geven; (2) [m.b.t. handeling; situatie etc.] beantwoorden; reageren op; weerwerk geven; (3) toestemmen; instemmen; akkoord gaan; aanvaarden; honoreren; inwilligen; toestaan; aannemen; consenteren; het groene licht geven voor; (4) solliciteren; zich inschrijven; zich opgeven; zich aanmelden; [w.g.] appliceren; (5) vervullen; voldoen aan; voldoende zijn; tevreden stellen; bevredigen
応ずるouzuru (1) antwoorden; antwoord geven; ten antwoord geven; (2) [m.b.t. handeling; situatie etc.] beantwoorden; reageren op; weerwerk geven; (3) toestemmen; instemmen; akkoord gaan; inwilligen; toestaan; consenteren; het groene licht geven voor; (4) solliciteren; zich inschrijven; zich opgeven; zich aanmelden; [w.g.] appliceren; (5) vervullen; voldoen aan; voldoende zijn; tevreden stellen; bevredigen
承知するshyouchisuru (1) begrijpen; weten; kennen; beseffen; inzien; onderkennen; snappen; verstaan; zich bewust zijn van; (2) instemmen (met); akkoord gaan; toestemmen (in); inwilligen; ingaan op; (3) toestaan; toelaten; goedkeuren; zijn fiat; goedkeuring geven aan; accepteren; over zijn kant laten gaan; [inform.] pikken
承諾するshyoudakusuru toestemmen; toestaan; goedkeuren; instemmen met; inwilligen; aanvaarden
歩かせるarukaseru (1) laten; doen lopen; [犬を] geleiden; uitlaten; (2) [honkb.] een vrije loop geven; toestaan
決議するketsugisuru [pol.] zich uitspreken; een uitspraak doen; zich verklaren; beslissen; besluiten; zich voornemen; [m.b.t. geld] voteren; toestaan; toewijzen
置く ; 措く (bet. 6) ; 擱く (bet. 17)oku (1) plaatsen; zetten; leggen; stellen; installeren; (2) laten liggen; achterlaten; (3) laten; zo laten; toelaten; toestaan; (4) oprichten; vestigen; instellen; stichten; grondvesten; openen; houden; (5) bewaren; opslaan; stockeren; conserveren; houden; een voorraad vormen; (6) uitzonderen; terzijde leggen; (7) erbij laten; er zich verder niet meer mee bemoeien; (8) tewerkstellen; werk geven; in dienst hebben; [bedienden] houden; (9) huisvesten; logeren; logies verlenen; (10) aanstellen als; [een persoon] in een zekere functie plaatsen; benoemen; (11) [soldaten] posteren; legeren; plaatsen; opstellen; (12) een tussenruimte laten; een tijdsinterval laten; tijd tussen laten; afscheiden; op een afstand houden [zie ook het suffix -oki 置き]; (13) verpanden; belenen; in onderpand geven; (14) [m.b.t. een laagje goud; zilver etc.] voorzien; beleggen; bekleden; vergulden; verzilveren; (15) [m.b.t. dauw; rijp; rijm; nachtvorst etc.] zich vormen; (16) iets op voorhand doen; iets alvast doen [na een て-vorm van een werkwoord]; (17) stoppen met schrijven; de pen neerleggen; een brief afsluiten
許す; 赦す; 聴すyurusu (1) door de vingers zien; dulden; vergeven; niet kwalijk nemen; pardonneren; verontschuldigen; (2) toelaten; vergunnen; erkennen; aanvaarden; toestaan; toestemming geven voor; verlenen; veroorloven; toestemmen in; inwilligen; verhoren; (3) [zijn aandacht] verslappen; zwichten voor; zich geven aan; [de tegenstander een winstpunt] gunnen; [iemand zijn vertrouwen] schenken; (4) erkennen [als uitmuntend]; accrediteren als
許容するkyoyousuru (1) toelaten; toestaan; permitteren; veroorloven; (2) tolereren; dulden; gedogen
許諾するkyodakusuru toestaan; toestemmen; z'n goedkeuring geven; goedkeuren; akkoord gaan; instemmen; inwilligen; toelaten; vergunnen; veroorloven; z'n fiat geven
認めるmitomeru (1) opmerken; zien; bespeuren; bekennen; waarnemen; in de gaten hebben; getuige zijn van; (2) [schuldig enz.] bevinden; vinden; achten; menen; oordelen; beschouwen; aanzien; houden voor; van mening zijn dat; (3) toegeven; erkennen; inzien; aanvaarden; accepteren; aannemen; honoreren; goedkeuren; toelaten; toestaan; sanctioneren; (4) erkennen; waarderen; appreciëren
賜うtamau (1) [honoratieve variant van ataeru en kureru] zich verwaardigen te geven; schenken; verlenen; toestaan; toekennen; uitreiken; vereren met; (2) [honoratieve variant van yokosu] sturen; zenden; (3) [zelfverheerlijkende variant van ataeru] ± zo goed zijn te geven; (4) […たまえ] [drukt een bevel; uitnodiging uit]; (5) […~] [benadrukt de welwillendheid van het onderwerp (de schenker)]; (6) […~] [betoont eer aan het onderwerp]; (7) […せ~] [drukt buitengewoon respect uit]; (8) […~] [formuleert aan standgenoten of ondergeschikten een discreet bevel]; (9) [humiliatieve variant van もらう] ontvangen; krijgen; [i.h.b.] te eten; drinken krijgen; nuttigen; (10) [聞き; 見~] [drukt het ontvangen van een gunst of toelating uit] mogen; (11) [思い; 聞き; 見~] [drukt nederigheid uit t.o.v. de toegesprokene]
適えるkanaeru inwilligen; honoreren; gunstig beschikken op; toestaan; verhoren; alloueren; [veroud.] involgen; [veroud.] verwilligen
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.49 sec. jiten.nl: 4 treffers, warandict: 20 treffers (zoekopdracht: 'toestaan', strategie: exact). 
2005-2023