日蘭辭典+

58 resultaten voor ‘uitstekend’
日蘭辭典 (trefwoord)
appare天晴
(天晴れ) bn. schitterend (立派な); roemrijk (赫々たる); dapper (勇敢な); tw. goed zoo! bravo! ¶ 天晴な uitstekend; schitterend.
chōetsu超越

zn. uitstekendheid v.; voortreffelijkheid v.; superioriteit v. P 超越する overtreffen. ¶ 權限を越える bevoegdheid te buiten gaan.

SUPPLEMENT (trefwoord)
kanshiki鑑識、鑒識
zn. & suru ww (1) het evalueren van het waarheidsgehalte of de juistheid van iets; oordeel; waardering; taxatie; evaluatie; inschatting. ¶ 芸術の研究には立派鑑識力が必要だ。 geijutsu no kenkyū ni wa rippa na kanshikiryoku ga hitsuyō da. Voor de studie van Kunst is een uitstekend beoordelingsvermogen vereist. ¶ とりわけ、は名画の鑑識眼がある。 Toriwake, kare wa meiga no kanshikigan ga aru. In het bijzonder heeft hij een goed oog voor meesterwerken. (2) in het kader van politieonderzoek, de analyse van sporen; onderzoek; opsporingswerk; analyse; nasporing; vaststelling. 鑑識今日火事原因を特定しようとしている。 Kanshikiban wa kyō no kaji no gen'in wo tokuteishiyō to shite iru. De afdeling Forensische Opsporing probeert de oorzaak van de brand van vandaag vast te stellen. (TTC)
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <uitstekend>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
いみじimiji (1) enorm; erg; buitengewoon; extreem; opvallend; uitbundig; (2) prima; top; uitstekend; geweldig; (3) wreed; vreselijk; verschrikkelijk; gruwelijk
いみじくimijiku (1) [~] uitstekend; voortreffelijk; prachtig; geweldig; (2) [~] passend; treffend
ばっちりbatchiri (1) klamp; sluithaak; (2) [試験は] makkie; fluitje van een cent; kinderspel; peulenschil; (3) precies passend; precies goed; perfect; onberispelijk; foutloos; vlekkeloos; tiptop; prachtig; piekfijn; keurig; netjes; uitstekend; dik in orde
バッチグーbatchiguu perfect; uitstekend
一廉ikkado [~の] uitzonderlijk; buitengewoon; bijzonder; uitstekend
一流どころichiryuudokoro [~の] eersteklas; eersterangs; van topklasse; voortreffelijk; uitstekend; van de bovenste plank; van de eerste rang
一角hitokado (1) een zaak; een domein; (2) [~の] uitzonderlijk; buitengewoon; bijzonder; uitstekend; (3) [~の] behoorlijk; aanzienlijk; degelijk; fatsoenlijk; adequaat; echt; (4) betamelijk; behoorlijk; nogal; flink
上出来joudeki (1) puike prestatie; prima werk; mooi resultaat; groot succes; (2) prima; voortreffelijk; uitstekend; puik; goed gedaan; uitgevoerd; gemaakt; (3) goed zo!; knap gedaan!; goed bezig!; prachtig!; ga zo door!
上等joutou (1) superioriteit; uitstekendheid; (superieure) kwaliteit; voortreffelijkheid; uitmuntendheid; uitnemendheid; excellentie; (2) uitstekend; superieur; voortreffelijk; uitmuntend; uitnemend; excellent; prima; uitgelezen; uitgezocht; superbe; van de bovenste plank; [attr.] eersteklas-; [attr.] top-; [attr.] klasse-; [attr.] eersterangs-; [attr.] kwaliteits-
上等なjoutouna uitstekend; superieur; voortreffelijk; uitmuntend; uitnemend; excellent; prima; uitgelezen; uitgezocht; superbe; van de bovenste plank; eersteklas-; top-; klasse-; eersterangs-; kwaliteits-
jou (1) topkwaliteit; eerste soort; (2) eerste boekdeel; volume I; (3) Z.M. de Keizer; (4) met hartelijke groet; met de complimenten (van); graag aangeboden (door) [opschrift op verpakking van geschenk]; (5) eersteklas; eersterangs; puikbest; piekfijn; pico bello; uitstekend; superieur; (6) qua …; -(i)eel; -isch gezien; uit … oogpunt; als je naar … kijkt; in … opzicht; in het licht van …; … gezien; -halve; betreffende; met betrekking tot …; wat … aangaat; op het stuk van …; wanneer het … betreft; aangaande …; inzake …; … gesproken
ka (1) prachtig; prima; puik; fijn; heerlijk; (a) prachtig; uitstekend; (b) heuglijk; voorspoedig; (c) mooi; knap
佳作kasaku (1) uitstekend; verdienstelijk; knap; prima; bekroond werk; glansstuk; (2) werk dat een eervolle vermelding kreeg; [i.h.b.] tweede beste werk
傑出したkesshyutsushita prominent; vooraanstaand; eminent; uitstekend; uitmuntend; voornaam; aanzienlijk; voortreffelijk; opvallend; markant; opmerkelijk; bijzonder
優秀yuushyuu uitstekendheid; excellentie; uitmuntendheid; uitnemendheid; voortreffelijkheid; uitstekend; excellent; voortreffelijk; uitmuntend; uitnemend
優秀なyuushyuuna uitstekend; excellent; voortreffelijk; uitmuntend; uitnemend
優等yuutou excellentie; [onderw.] lof; [onderw.; Belg.N.] onderscheiding; [~で] cum laude; [~の] superieur; uitstekend; excellent; uitmuntend; voortreffelijk; eersteklas; prima; van superkwaliteit
優良yuuryou uitstekend; voortreffelijk; uitgelezen; prima; uitmuntend; excellent; superieur; kwaliteits-
yuu (1) elegant; verfijnd; keurig; (2) bevallig; lieftallig; knap; fraai; mooi; (3) voortreffelijk; uitstekend; superieur; uitmuntend; uitnemend; excellent; (4) [onderw.] A; hoogste graad; een tien; (a) ontspannen; relaxed; (b) elegant; verfijnd; knap; mooi; (c) zorgzaam; attent; hartelijk; warm; (d) beter zijn dan; uitsteken boven; overtreffen; (e) acteur; artiest
出っ張りdeppari (1) uitstekend; uitspringend deel; uitsprong; uitsteeksel; (2) [bouwk.] vleugel; (3) [活字の] staart (van een letter)
勝れたsugureta uitstekend; voortreffelijk; uitmuntend; excellent; eminent; superieur
卓抜takubatsu uitmuntend; uitstekend; voortreffelijk; excellent; superieur; eminent; ongeëvenaard; weergaloos; alles overtreffend; uitzonderlijk
卓越したtakuetsushita uitstekend; excellent; uitmuntend; voortreffelijk; vooraanstaand; prominent; eminent
mei (1) beroemd ~; befaamd ~; gerenommeerd ~; uitstekend ~; uitmuntend ~; voortreffelijk ~; meesterlijk ~ [aan substantieven gehecht voorvoegsel dat aangeeft dat het genoemde "uitmuntend"; "befaamd" is]; (2) -naam; (3) ~ mensen; ~ man [kwantor om personen te tellen]
tai (a) groot; uitgebreid; ruim; (b) eminent; uitstekend; (c) hooggeplaatst; (d) belangrijk; verantwoordelijk; moeilijk; (e) buitengewoon; bijzonder; enorm; (f) globaal; (g) fundamenteel
当たり年ataridoshi (1) goed; gunstig; uitstekend; prima jaar; topjaar; [Belg.N.] boerenjaar; (2) geluksjaar
心憎いkokoronikui uitstekend; prachtig; schitterend; voortreffelijk; excellent; bewonderenswaard; bewonderenswaardig; om jaloers op te zijn; benijdenswaardig; begerenswaardig
心憎いほどkokoronikuihodo bewonderenswaardig; benijdenswaardig; begerenswaardig; jaloersmakend; om jaloers op te zijn; uitstekend; voortreffelijk
憎い ; 悪いnikui (1) hatelijk; gehaat; verfoeid; verfoeilijk; walgelijk; detestabel; provocant; provocerend; irritant; (2) prachtig; schitterend; uitstekend; subliem; gevat; fijntjes
抜群batsugun (1) uitstekend; uitmuntend; voortreffelijk; uitblinkend; uitzonderlijk; eminent; weergaloos; ongeëvenaard; (2) enorm; buitengewoon; extreem; (3) enorm; verschrikkelijk; erg; buitengewoon; heel; uitzonderlijk
殊勝shyushyou (1) bewonderenswaard; bewonderenswaardig; lofwaardig; lovenswaardig; loffelijk; prijzenswaardig; aanbevelenswaardig; verdienstelijk; (2) ernstig; behoorlijk; geloofwaardig; aannemelijk; (3) voortreffelijk; uitstekend; (4) subliem; verrukkelijk; ravissant
然るべきshikarubeki (1) geëigend; aangewezen; passend; gepast; toepasselijk; juist; geschikt; behoorlijk; (2) […て~] voordehandliggend; terecht; logisch; billijk; vanzelfsprekend; [Belg.N.] evident; (3) voorbestemd; gedoodverfd; te verwachten; (4) mogelijk; aannemelijk; plausibel; (5) voortreffelijk; uitstekend; prima; degelijk
猛しtakeshi (1) dapper; moedig; stoutmoedig; onverschrokken; (2) energiek; hevig; woest; (3) bemoedigd; gerustgesteld; (4) uitstekend; schitterend; (5) [~き事] uiterste; al het mogelijke; maximum
秀でたhiideta uitmuntend; uitstekend; voortreffelijk; excellent; eminent; uitblinkend; voornaam; aanzienlijk; superieur; prominent; [m.b.t. voorhoofd] hoog
秀作shyuusaku prima werkstuk; uitstekend; uitmuntend werk
shyuu (1) hoogste waardering; AAA; triple A; preëminentie; (a) bijzonder voortreffelijk; uitmuntend; uitstekend
突起したtokkishita uitstekend; uitspringend; vooruitspringend; vooruitstekend
立派rippa (1) uitstekend; voortreffelijk; excellent; prachtig; schitterend; magnifiek; grandioos; prima; illuster; [m.b.t. gebouw] weids; [m.b.t. plechtigheid] groots; fijn; heerlijk; uitmuntend; [m.b.t. geleerde] groot; briljant; [m.b.t. verschijning] statig; indrukwekkend; imposant; (2) achtbaar; fatsoenlijk; voornaam; [m.b.t. houding] waardig; achtenswaardig; respectabel; prijzenswaardig; loffelijk; [m.b.t. zaak] schoon; (3) hoogstaand; verheven; nobel; (4) [m.b.t. spel] eerlijk; [m.b.t. behandeling] rechtvaardig; fair; sportief; (5) [m.b.t. reden] afdoend; [m.b.t. grond] voldoende; [m.b.t. echtgenote] wettig; rechtmatig
立派なrippana (1) uitstekend; voortreffelijk; excellent; prachtig; schitterend; magnifiek; grandioos; prima; illuster; [m.b.t. gebouw] weids; [m.b.t. plechtigheid] groots; fijn; heerlijk; uitmuntend; [m.b.t. geleerde] groot; briljant; [m.b.t. verschijning] statig; indrukwekkend; imposant; (2) achtbaar; fatsoenlijk; voornaam; [m.b.t. houding] waardig; achtenswaardig; respectabel; prijzenswaardig; loffelijk; [m.b.t. zaak] schoon; (3) hoogstaand; verheven; nobel; (4) [m.b.t. spel] eerlijk; [m.b.t. behandeling] rechtvaardig; fair; sportief; (5) [m.b.t. reden] afdoend; [m.b.t. grond] voldoende; [m.b.t. echtgenote] wettig; rechtmatig
素敵suteki prachtig; schitterend; geweldig; enig; verrukkelijk; heerlijk; uniek; magnifiek; fantastisch; formidabel; bovenste beste; uitstekend; prima; eersteklas; super; alleraardigst; fraai; schattig; fijn; leuk; mooi; beeldig; bijzonder; puik; lekker; reuze; [inform.] gaaf; swell; [inform.] mieters; [volkst.] jofel; [m.b.t. ideeën] knots; lumineus; grandioos; briljant; voortreffelijk
素敵な ; 素的なsutekina prachtig; schitterend; geweldig; enig; verrukkelijk; heerlijk; uniek; magnifiek; fantastisch; formidabel; bovenste beste; uitstekend; prima; eersteklas; super; alleraardigst; fraai; schattig; fijn; leuk; mooi; bijzonder; puik; lekker; reuze; [inform.] gaaf; swell; [inform.] mieters; [volkst.] jofel; [m.b.t. ideeën] knots; lumineus; grandioos; briljant; voortreffelijk
素晴らしいsubarashii prachtig; schitterend; geweldig; fantastisch; formidabel; machtig; heerlijk; verrukkelijk; zalig; grandioos; subliem; prima; uitstekend; meesterlijk; tiptop; voortreffelijk; enig; superbe; uitmuntend; excellent; magnifiek; reuze; super; kostelijk; denderend; [inform.] mieters; swell; fenomenaal; uniek; eersterangs; eersteklas; uitgezocht; uitnemend; bijzonder; [inform.] bie; tof; eindeloos; te gek; [pred.] het einde; [pred.] enorm; briljant; klasse; opperbest; patent; allemachtig goed; beregoed; steengoed; glansrijk; mooi; pico bello; puik(best); [inform.] puntgaaf; piekfijn; [ook studentent.] luisterrijk; [inform.] reusachtig; groots; kapitaal; [w.g.] loeigoed; [jeugdt.] gaaf; [meisjest.] dolletjes; fabuleus; [jeugdt.] ruig; [jeugdt.] wijs; [slang] cool; [volkst.] jofel; [pred.] knal; [w.g.] knots; zo'n [meid; kerel enz.]
美く ; 甘く ; 旨く ; 巧く ; 上手くumaku (1) lekker; goed; smakelijk; (2) goed; vakkundig; knap; uitstekend; handig; bedreven; kundig; vaardig; behendig; (3) geslaagd; voorspoedig; succesvol; naar genoegen; bevredigend; gelukkig; gelukkigerwijs
美味い (bet.1) ; 上手い (bet.2)umai (1) smakelijk; lekker; fijn; (2) bekwaam; capabel; getalenteerd; knap; bedreven; (3) uitstekend; uitmuntend; voortreffelijk; (4) succesvol; bevredigend; gelukkig; veelbelovend; voordelig; (5) Mooi zo!; Goed zo!; Bravo!; Puik!; Puik werk!
良い ; 善い ; 好い ; 吉い ; 佳い ; 快いyoi (1) goed; juist; correct; (2) goed; knap; uitstekend; mooi; welgevallig; (3) geschikt; passend; (4) acceptabel; aanvaardbaar; geoorloofd; (5) makkelijk te ~; eenvoudig
芳しいkanbashii (1) welriekend; aromatisch; geurig; (2) uitstekend; voortreffelijk
英霊eirei (1) geesten van de doden; [i.h.b.] geesten van de gesneuvelden; gevallen helden; (2) genie; groot talent; (3) uitstekend; uitmuntend; voortreffelijk; excellent; superieur
見事; 美事migoto (1) mooi; prachtig; fraai; keurig; excellent; schitterend; fantastisch; magnifiek; briljant; voortreffelijk; uitstekend; heerlijk; meesterlijk; reuze; (2) volkomen; volslagen; volledig; compleet; helemaal; afgerond; totaliter
見事な ; 美事なmigotona mooi; prachtig; fraai; keurig; excellent; schitterend; fantastisch; magnifiek; briljant; voortreffelijk; uitstekend; heerlijk; meesterlijk; reuze-
era (1) voortreffelijk; uitmuntend; uitstekend; superieur; excellent; outstanding; preëminent; (2) erg; zeer; heel; ontzettend; geweldig; hartstikke; vreselijk; enorm; (3) buitengewoon ~; extra ~; super ~; in-
達者tasshya (1) meester; expert; deskundige; vakman; specialist; kenner; (2) goed; knap; sterk; thuis in; vaardig; bedreven; behendig; deskundig; doorkneed; geverseerd; vertrouwd; ervaren; kundig; vakkundig; bekwaam; capabel; geroutineerd; routineus; habiel; (3) uitstekend; prima; fris en gezond; tiptop; kerngezond; fit; kranig; kras; fiks; flink; springlevend; (4) gewiekst; leep; bijdehand; gehaaid; uitgekookt
重畳choujou (1) superpositie; het boven elkaar geplaatst-zijn; (2) summum; toppunt; apotheose; [Belg.N.] de max; (3) opgestapeld; opeengestapeld; op een stapel; opgehoopt; de ene over de andere; het een bovenop het ander; op elkaar gestapeld; geplaatst; (4) subliem; voortreffelijk; uitstekend; excellent; uitmuntend; schitterend; prachtig; grandioos
飛び切りtobikiri (1) [~の] prima; eersteklas; keur-; kwaliteits-; uitgelezen; superfijn; allerfijnst; van superkwaliteit; voortreffelijk; uitstekend; superieur; van de bovenste plank; uitmuntend; uitzonderlijk; tiptop; bovenste beste; (2) houw toegebracht na een sprong; het springend neerhouwen; neersabelen; (3) uitzonderlijk; bijzonder; uitermate; buitengewoon; buitengemeen; uiterst; verreweg; onvergelijkelijk
飛び切りのtobikirino bovenste beste; allerfijnste; van superkwaliteit; prima; piekfijn; uitstekend; uitgelezen; eersteklas; kwaliteits-; ongeëvenaard; onvergelijkelijk; van de bovenste plank; tiptop
香しいkaguwashii (1) welriekend; aromatisch; geurig; (2) uitstekend; voortreffelijk; (3) aantrekkelijk; attractief; aanlokkelijk
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.48 sec. jiten.nl: 3 treffers, warandict: 55 treffers (zoekopdracht: 'uitstekend', strategie: exact). 
2005-2023