日蘭辭典+

13 resultaten voor ‘verbreiden’
日蘭辭典 (trefwoord)
rufu流布
zn. verbreiding v. ¶ 流布する verbreiden; verspreiden; bekend worden; rondgaan; de ronde doen.
fukyū普及
zn. spreiding v.; verspreiding v.; verbreiding v. ¶ 普及さす verbreiden. ¶ 普及する verbreid zijn; doordringen.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <verbreiden>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
伝道するdendousuru het geloof verkondigen; prediken; verbreiden; propageren; het evangelie onderwijzen; evangeliseren; missioneren
伸すnosu (1) zich ontwikkelen; uitgroeien; expanderen; opklimmen; aan kracht; macht; invloed winnen; (2) een eindje verdergaan; de tocht verlengen; (3) zich uitspreiden; zich verbreiden; zich uitbreiden; (4) uitspreiden; verbreiden; verspreiden; (5) strijken; uitstrijken; gladstrijken; planeren; vlakken; [棒で] uitrollen; (6) neerslaan; vellen; vloeren; bewusteloos; buiten westen; knock-out slaan; platleggen
宣布するsenpusuru (1) afkondigen; verkondigen; proclameren; bekendmaken; (2) verbreiden; verspreiden
fu (a) stof; weefsel; (b) verbreiden; uitspreiden; (c) geld
広める ; 弘めるhiromeru (1) uitbreiden; verruimen; verbreden; vergroten; expanderen; extenderen; [veroud.; lit.t.] spreiden; (2) verspreiden; verbreiden; uitdragen; bekendmaken; propageren
gu (a) uitgestrekt; groot; (b) (zich) verbreiden
kou (a) uitgestrekt; groot; (b) verdraagzaamheid; (c) (zich) verbreiden
普及させるfukyuusaseru verspreiden; verbreiden; uitdragen; voortplanten; propageren
流すnagasu (1) gieten; uitgieten; doen stromen; doen vloeien; laten lopen; [m.b.t. tranen; bloed] vergieten; storten; uitstorten; [lit.t.] plengen; plenzen; (2) [hout; boomstammen e.d.] vlotten; vlot brengen; doen drijven; wegspoelen; afvoeren; afbrengen; doen afstromen; meespoelen; [een vaartuig] losgooien; (3) (eraf) wassen; (4) [een programma] uitzenden; in de ether brengen; [muziek] afspelen; (5) [een praatje; gerucht] rondstrooien; verbreiden; doen rondgaan; laten circuleren; in omloop brengen; in circulatie brengen; [met een verhaal] leuren; [pamfletten e.d.] verspreiden; (6) verbannen; uitwijzen; exileren; deporteren; relegeren; transporteren; (7) [m.b.t. informatie] doorspelen; lekken; doorgeven; (8) [m.b.t. taxi's] snorren; rondrijden; cruisen; [van artiesten] rondgaan (op zoek naar publiek); rondreizen; (9) [m.b.t. pandgoed] verbeuren; (10) afgelasten; afzeggen; (11) [m.b.t. ongeboren vrucht] afdrijven; (12) de hand lichten; [de boel] laten vlotten; (13) [honkbalterm] naar het tegenovergelegen speelveld slaan; (14) in een vloeiende beweging ~; stroomsgewijs ~ [aangesloten op de ren'yōkei van dōshi]; (15) een foute bestemming geven; [geld enz.] in eigen zak steken
流布するrufusuru (1) verbreid voorkomen; circuleren; zich verspreiden; zich verbreiden; in zwang raken; in omloop zijn; de ronde doen; rondgaan; (2) laten circuleren; in omloop brengen; verspreiden; verbreiden; doen rondgaan
馳せるhaseru (1) lopen; rennen; hollen; snellen; ijlen; draven; galopperen; (2) jagen; drijven; doen galopperen; galop brengen; (3) [気持ち; 思いを] laten; doen uitgaan naar; toedragen; (4) [名前; 名声を] z'n naam vestigen; verbreiden; bekend maken; beroemd worden
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.47 sec. jiten.nl: 2 treffers, warandict: 11 treffers (zoekopdracht: 'verbreiden', strategie: exact). 
2005-2023