(楽しみ) zn. (1) [愉快] vreugde v.; genot.; genoegen o. (2) [娯樂] vermaak o.; pleizier o.; pret v. (3) [幸福] geluk o. ¶ 樂む genieten van; vreugde scheppen in; zich vermaken met; zich verheugen over.

zn. vreugde v.; vroolijkheid v.; genot o. ¶ 愉快な vroolijk; blijde; genoegelijk; prettig. ¶ 愉快に感ずる vroolijk zijn; blijde zijn; opgewekt gestemd zijn.

zn. (1) [頂] top m. (2) [上の方] bovenste gedeelte v.; bovenkant m. ¶ この上ない喜び grootste vreugde. ¶ いやが上にも tot overmaat. ¶ 下から上まで van onder tot boven. ¶ 上の bovenst; hoogst. ¶ 上の文 bovenstaande zin. ¶ 五つから上の子供 kinderen van vijf jaaren ouder. ¶ 丘の上の家 huis op den heuvel. ¶ 其の上 bovendien; daarenboven. ¶ 上の方へ naar boven. ¶ 上に op; bovenop; na (後に). ¶ 酒の上で onder invloed van drank. ¶ 歸京の上 toen ik in Tokyo terug kwam. ¶ 再考の上で bij nadere overweging. ¶ かくなる上は nu het zoover gekomen is. ¶ ……の上に出る overtreffen; meer zijn dan. ¶ 一番上は八つです het oudste kind is acht. ¶ 上には上がある niets is volmaakt; alles is voor verbetering vatbaar.

(酔う) i.w. (1) [酒に] dronken worden. (2) [恍惚となる] in vervoering zijn; in extase zijn. ¶ 船に醉ふ zeeziek zijn. ¶ 煙草に醉ふ misselijk zijn van het rooken. ¶ 汽車に醉ふ wagenziek zijn. ¶ 成功に醉ふ buiten zich zelven van vreugde zijn over het welslagen. ¶ 大に醉ふ smoordronken zijn.

bn. blijde; heugelijk; vroolijk; aangenaam. ¶ 嬉しい消息 goed nieuws; blijde tijding; heugelijk bericht. ¶ 嬉しいことには tot mijn vreugde; tot mijn genoegen; gelukkig. ¶ 嬉しくて van vreugde; van blijdschap.

(嬉し泣き) zn. tranen van vreugde; vreugdetranen v.mv

zn. vreugde v.; blijdschap v.

zn. vreugde v. ¶ 悦に入る verheugd zijn over.