
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (trefwoord)
ashirau・あしらふ
(あしらう) t.w. (1) [待遇] ontvangen; behandelen; onthalen. ¶ 丁寧に扱ふ hartelijk ontvangen; vriendelijk behandelen. (2) [配置する] plaatsen. (3) [食物を] opdisschen met; garneeren met;
yasashii・優しい
ongan・溫顏
(温顔) zn. vriendelijk gezicht o.
ongen・溫言
(温言) vriendelijke woorden o.mv.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <vriendelijk>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
優しい; 恥しいyasashii (1) zacht; [m.b.t. stem] rustig; teder; mild; braaf; suave; zoet [als een lammetje]; (2) gracieus; bevallig; elegant; sierlijk; (3) vriendelijk; aardig; lief; liefdevol; minzaam; lieflijk; zachtaardig; goedaardig; goed; -vriendelijk [b.v. klantvriendelijk]; (4) attent; zorgzaam; begaan met; medelevend met; oplettend; bezorgd; voorkomend; gedienstig; (5) zich klein voelen; zich nietig voelen; zich schamen; zich generen; beschaamd zijn; zich opgelaten voelen; zich niet op zijn gemak voelen; in verlegenheid gebracht zijn [meestal 恥しい gespeld]; (6) nederig; teruggehouden; ootmoedig; modest; deemoedig; braaf [meestal 恥しい gespeld]
優しくyasashiku vriendelijk; aardig; zachtmoedig; zacht; zachtjes; teder; goedhartig
優遇されるyuuguusareru hartelijk ontvangen worden; hartelijk; welwillend bejegend worden; warm; gastvrij onthaald worden; gastvrijheid genieten; hartelijk verwelkomd worden; goed; vriendelijk; correct behandeld worden; begunstigd worden; voorgetrokken worden; [i.h.b.] goed betaald worden
優遇するyuuguusuru hartelijk ontvangen; hartelijk; welwillend bejegenen; warm; gastvrij onthalen; hartelijk verwelkomen; goed; vriendelijk; correct behandelen; begunstigen; voortrekken; [i.h.b.] goed betalen
円満enman rustig; vreedzaam; evenwichtig; vlot; harmonieus; aardig; vriendelijk; vriendschappelijk; amicaal; minzaam; welwillend; verzoenend; minnelijk; suave; bevredigend; probleemloos; aanvaardbaar
円満なenmanna rustig; vreedzaam; evenwichtig; vlot; harmonieus; aardig; vriendelijk; vriendschappelijk; amicaal; minzaam; welwillend; verzoenend; minnelijk; suave; bevredigend; probleemloos; aanvaardbaar
労りのitawarino vriendelijk; attent; troostend
厚いatsui (1) dik; lijvig; een pil van een ~; (2) innig; hartelijk; warm; vriendelijk
厚くatsuku hartelijk; cordiaal; warm; vriendelijk; innig
当たりがいいatarigaii vriendelijk; welwillend; open; toegankelijk; aanspreekbaar; prettig in de omgang
当たりのよいatarinoyoi vriendelijk; welwillend; open; toegankelijk; aanspreekbaar; prettig in de omgang
愛想がいいaisogaii vriendelijk; aardig; sympathiek; gemoedelijk; joviaal; prettig in de omgang; plezierig; [Belg.N.] plezant; hartelijk; gezellig; beste
愛想のいいaisonoii vriendelijk; aardig; sympathiek; gemoedelijk; joviaal; prettig in de omgang; plezierig; [Belg.N.] plezant; hartelijk; gul; gastvrij; gezellig; beste
愛敬のある ; 愛嬌のあるaikyounoaru (1) charmant; aantrekkelijk; beminnelijk; bekoorlijk; lieflijk; innemend; sympathiek; charmerend; ontwapenend; vertederend; lieftallig; aanminnig; aanvallig; [w.g.] aimabel; [w.g.] aanminnelijk; (2) vriendelijk; aardig; lief; minzaam; gemoedelijk; affabel; suave
慇懃ingin (1) beleefdheid; hoffelijkheid; wellevendheid; voorkomendheid; welgemanierdheid; courtoisie; galanterie; (2) vriendschap; vriendelijkheid; (3) intimiteit; intieme omgang; [i.h.b.] geslachtsgemeenschap; (4) beleefd; hoffelijk; wellevend; voorkomend; welgemanierd; galant; (5) vriendelijk; (6) intiem
懇kon (a) oprecht; hartelijk; vriendelijk; beleefd; (b) verzoek; bede
懇ろnengoro (1) vertrouwelijke; intieme omgang; liefdesrelatie; (2) hartelijk; warm; oprecht; welgemeend; vriendelijk; sympathiek; aardig; beleefd; hoffelijk; beminnelijk; attent; lief; warmhartig; (3) vertrouwelijk; intiem; close; familiair; innig; (4) intens; fel; heftig
懇意koni (1) vriendelijkheid; vriendelijke aard; gunstige gezindheid; (2) vriendschap; amicaliteit; familiariteit; intimiteit; (3) vriendelijk; amicaal; familiair; intiem
手厚いteatsui zorgzaam; attent; hartelijk; warm; vriendelijk; gastvrij; liefdevol; respectvol; eerbiedig; [~看護] zorgvuldig
昵懇jikkon (1) familiariteit; gemoedelijkheid; gemeenzaamheid; ongedwongenheid; vriendelijkheid; vertrouwelijkheid; intimiteit; innigheid; (2) familiair; familiaar; gemoedelijk; gemeenzaam; ongedwongen; vriendelijk; vertrouwelijk; intiem; innig; close
気さくkisaku (1) vrijmoedig; edelmoedig; gulhartig; openhartig; eerlijk; oprecht; (2) spontaan; ongekunsteld; pretentieloos; (3) hartelijk; goedmoedig; vriendelijk; aardig; welwillend; aimabel; vlot; joviaal
気安いkiyasui (1) ontspannen; relaxed; losjes; gemoedelijk; gezapig; knus; ongedwongen; vriendelijk; huiselijk; huislijk; familiair; (2) geruststellend; gerust; rassurant; rustgevend
渥いatsui innig; hartelijk; warm; vriendelijk
親しくshitashiku (1) vriendschappelijk; vriendelijk; gemoedelijk; (2) persoonlijk; hoogstpersoonlijk; in eigen persoon; in persona; zelf; (3) [~見る] met eigen ogen
親しみのあるshitashiminoaru vriendelijk; lief; toegenegen; innig
親しみやすいshitashimiyasui gezellig; sociabel; toegankelijk; open; vriendelijk; benaderbaar; aanspreekbaar; accessibel; prettig in de omgang; joviaal
親切shinsetsu (1) iets aardigs; vriendelijke daad; gunst; goedheid; welwillendheid; vriendelijkheid; voorkomendheid; (2) aardig; vriendelijk; goed; beminnelijk; attent; voorkomend; lief; gemoedelijk; humaan
親切にshinsetsuni vriendelijk; aardig; goedhartig; lief; welwillend; beminnelijk; attent; voorkomend; gemoedelijk; hartelijk; cordiaal; beleefd; goedig; goelijk; hups; gedienstig; dienstvaardig
親身にshinmini (1) vriendelijk; hartelijk; warm; (2) serieus; ernstig
親身のshinmino vriendelijk; lief; aardig; hartelijk
馴れ馴れしいnarenareshii (1) al te familiair; familiaar; vrijpostig; gemeenzaam; informeel; (2) vriendelijk; ongedwongen; vertrouwd
Tijd: 0.49 sec. jiten.nl: 5 treffers, warandict: 31 treffers (zoekopdracht: 'vriendelijk', strategie: exact).
2005-2023