
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (trefwoord)
bōken・冒險
(冒険) zn. waagstuk o.; avontuur o. ¶ 冒險的 gewaagd; avontuurlijk. ¶ 冒險する wagen. ¶ 冒險談 avontuurlijk verhaal. ¶ 冒險者 waaghals; avonturier. ¶ 冒險貸借 bodemerij.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <wagen>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
やってみるyattemiru (het) proberen; eens iets proberen; een poging doen; ondernemen; wagen; iets pogen te doen; iets uitproberen; een gooi doen (naar)
カーkaa wagen; auto
チャレンジするcharenjisuru [~に] aandurven; een poging doen tot; ingaan op; proberen; wagen
ホイールhoiiru (1) wiel; rad; (2) auto; wagen; kar
マイ・カーmaikaa z'n eigen auto; wagen
マシンmashin (1) machine; (2) motorfiets; motor; (3) auto; wagen
マシーンmashiin (1) machine; (2) motorfiets; motor; (3) auto; wagen
一頭立ての馬車ittoutatenobashya wagen; rijtuig met één paard
乗jou (1) rijtuig; rijdier; paard en kar; (2) geschiedboek; geschiedrol; geschiedenis; annalen; (3) [boeddh.] yāna [= voertuig; middel]; (4) [rekenk.] vermenigvuldiging; multiplicatie; (5) [maatwoord voor rijtuigen of strijdwagens]; (a) bestijgen; aan boord zetten; (b) wagen; kar; (c) geschiedboek; (d) vermenigvuldiging
企てるkuwadateru plannen; beramen; smeden; van plan zijn; van zins zijn; in de zin hebben; het erop aanleggen; aanstichten; ondernemen; wagen; een poging doen tot; proberen
企図するkitosuru (1) plannen; van plan zijn; van zins zijn; [Belg.N.] zinnens zijn; voorhebben; zich voornemen; beramen; het erop aanleggen; uitstippelen; beogen; op het oog hebben; in overweging hebben; (2) ondernemen; wagen; een poging doen tot; proberen; pogen
冒すokasu (1) trotseren; tarten; uitdagen; het hoofd bieden; braveren; [危険を] lopen; riskeren; wagen; op het spel zetten; in de waagschaal stellen; (2) [geneesk.] aantasten; schaden; treffen; (3) schenden; ontheiligen; profaneren; ontwijden; desacraliseren; violeren; afbreuk doen aan; lasteren; [veroud.; lit.t.] schennen; (4) [姓を] aannemen; voeren; dragen; [i.h.b.] claimen; usurperen; zich aanmatigen; zich uitgeven voor
冒険するboukensuru avonturen; wagen; riskeren; op het spel zetten; in de waagschaal stellen
危ない橋を渡るabunaihashiwowataru ± zich op glad ijs begeven; wagen; ± met vuur spelen; ± zich aan het gevaar blootstellen
四輪車yonrinshya vierwieler; wagen; kar; voertuig op vier wielen; karos; [i.h.b.] boerenwagen; boerenkar
懸けるkakeru (1) op het spel zetten; tot inzet maken; inzetten; verwedden; wagen; riskeren; (2) [賞金を] uitloven; (3) [望みを] stellen
敢行するkankousuru (1) gedecideerd; vastberaden optreden; fors ingrijpen; (2) durven; aandurven; wagen; het lef hebben te; (3) uitvoeren; verrichten; doen; ten uitvoer brengen; ten uitvoer leggen; implementeren
自動車 ; 自働車jidoushya auto; automobiel; motorrijtuig; motorvoertuig; wagen; [scherts.; inform.] kar
荷車niguruma kar; wagen; vrachtkar
記載するkisaisuru (1) vermelden; melden; opgave doen; opgeven; gewag maken; [veroud.] wagen; (2) aantekenen; optekenen; noteren; opschrijven; neerschrijven; boeken; te boek stellen; boekstaven; inschrijven; registreren; vastleggen; coucheren
試みるkokoromiru pogen; testen; beproeven; proberen; uitproberen; een poging doen; wagen
賭けるkakeru wedden; verwedden; verzetten; inzetten; (op het spel) zetten; wagen; [w.g.] pariëren
踏み切るfumikiru (1) besluiten tot; beslissen te; aanpakken; wagen; de beslissende stap nemen; de sprong wagen; (2) [sumō-jargon] met de hiel grond buiten de ring raken; (3) zich afzetten (om een verre; hoge sprong te nemen); (4) [鉄道線路を] oversteken; kruisen; (5) [鼻緒を] stuklopen
車両shyaryou (1) voertuig; wagen; vehikel; (2) [verzameln.; spoorw.] rollend; rijdend materieel; (3) [spoorw.] wagon; rijtuig; spoorwagon; spoorrijtuig; treinstel; spoortrein
車kuruma (1) wiel; rad; (2) voertuig op wielen; rijtuig; koets; wagen; kar; (3) riksja; (4) auto; wagen; automobiel; (5) ring; vorm van een ring; ringvormig object
車shya (1) kar; wagen; voertuig; rijtuig; (2) x wagens [kwantor voor voer- en rijtuigen]
Tijd: 0.56 sec. jiten.nl: 9 treffers, warandict: 26 treffers (zoekopdracht: 'wagen', strategie: exact).
2005-2023