
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (trefwoord)
māmā・まあまあ
tw. wel wel!
TEKST EN UITLEG (trefwoord)
bron:Aozora Bunko╱Mori Ōgai╱De wilde gans 〈1:10-11〉・〈青空文庫〉森鴎外『雁』
先ずざっとこう云う性の男が尊敬を受け、それに乗じて威福を擅にすると云うのが常である。然るに上条で幅を利かせている、僕の壁隣の男は頗る趣を殊にしていた。
Mazu zatto kō yū tachi no otoko ga sonkei wo uke, sore ni jōjite ifuku wo hoshiimama ni suru to yū no ga tsune de aru. Shikaru ni Kamijō de haba ga kikasete iru, boku no kabe tonari no otoko wa sukoburu omomuki wo koto ni shite ita.
Wel, het was normaal dat zo’n soort man respect kreeg en zich daarvan bediende om naar wens zijn invloed uit te oefenen. Echter, als ik het heb over de man die mijn buurman was in Kamijou en daar zijn invloed deed gelden, die had een uitzonderlijke stijl.
Mazu zatto kō yū tachi no otoko ga sonkei wo uke, sore ni jōjite ifuku wo hoshiimama ni suru to yū no ga tsune de aru. Shikaru ni Kamijō de haba ga kikasete iru, boku no kabe tonari no otoko wa sukoburu omomuki wo koto ni shite ita.
Wel, het was normaal dat zo’n soort man respect kreeg en zich daarvan bediende om naar wens zijn invloed uit te oefenen. Echter, als ik het heb over de man die mijn buurman was in Kamijou en daar zijn invloed deed gelden, die had een uitzonderlijke stijl.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <wel>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
ああaa (1) o; och; ach; wel; eh; zeg; (2) ja; inderdaad; (3) neen; nee; (4) zo; aldus; alzo; zus
あのねanone nou; wel; weet je; kijk eens; luister eens; hoor es; zeg; zeg eens
いでide (1) komaan; vooruit; allee; welaan; kom op; ju; [veroud.] tsa; (2) zo; goed; bon; (3) jee; jeetje; ai; (4) nee; (5) wel; nu; nou; goed
ええとeeto wel; euh
おやおやoyaoya (1) hé?; o?; wat?; (2) goeie genade!; lieve hemel!; nee maar!; wel; heb je me ooit!; asjemenou!; ach jee!; o nee!; goeie help!; gottegot!; och gunst!; hemeltje!; mamma mia!; olala!
さあsaa (1) komaan!; kom op!; welaan!; [veroud.] tsa!; (2) zo; nou; wel; tja
さてsate (1) trouwens; tussen haakjes; overigens; à propos; terloops (gezegd); dit terzijde; wat ik zeggen wou; in het voorbijgaan; en passant; (2) nu; nou; welnu; zo; wel; tja; (3) maar
してshite en; nu; wel
じゃあjaa (1) dan; dus; nou (dan); in dat geval; als het zo zit; als dat zo is; (2) nu goed; okay dan; wel; nou (dan); welnu; ziezo; zo [inform.; ter uitdrukking van de aanvang of beëindiging van een handeling]; (3) dag; dááág; de groeten; nou tot ziens; gegroet; tot kijk; tot spoedig; tot gauw; tot later; [inform.] doei; [inform.] tsjuus; [inform.] de mazzel; [inform.] doeg; [inform.] tabee; [inform.] adé; [inform.] aju; [inform.] ajuus; [inform.] saluut(jes) [als afscheidsgroet; gevolgd door ne ね]
じゃja (1) dan; dus; nou (dan); in dat geval; als het zo zit; als dat zo is; (2) nu goed; okay dan; wel; nou (dan); welnu; ziezo; zo; (3) in; te [inform.; m.b.t. een plaatsaanduiding]; (4) qua; inzake; voor (zover); wat ~ betreft; wat ~ aangaat; als het op ~ aankomt; waar het ~ betreft; als het op ~ aankomt [inform.]; (5) afgaande op; naar ~ te oordelen; volgens ~ [inform.]; (6) bij [regen enz.]; met; voor [zo'n luttel bedrag enz.] [inform.; m.b.t. beding]; (7) me dunkt; dat ~ [elliptisch voor de informele uitgang ja nai n darō ka じゃないんだろうか]; (8) [onderdeel van de informele negatieve constructie ~ ja (~) nai ~じゃ(~)ない; blijft onvertaald]; (9) dag; dááág; tot ziens; tot kijk; doei; tsjuus; doeg [als afscheidsgroet; gevolgd door ne ね]
せめてsemete (1) op z'n minst; minstens; minimaal; wel; toch even; ten minste; allicht; (2) op z'n best; hooguit; hoogstens; in het beste geval; maximaal
そもそもsomosomo (1) om te beginnen; in; op de eerste plaats; aanvankelijk; oorspronkelijk; ten eerste; eerst en vooral; in beginsel; in principe; feitelijk; in de grond; au fond; (2) in hemelsnaam; nu dan; wel; nu eigenlijk
だけdake (1) […~] [drukt mate; omvang uit] wel; maar liefst; zoveel als; (2) […~] [drukt gepastheid uit]; (3) […~] [drukt beperking uit] enkel; alleen; slechts; maar; niet meer dan; niets dan
ちゃんとchanto (1) netjes; fatsoenlijk; keurig; zoals het hoort; goed; prompt; wel; degelijk; fatsoenlijk; terdege; deugdelijk; behoorlijk [vaak door shita した gevolgd]; (2) zeker; precies; exact; perfect
ではdeha (1) [conclusief voegwoord] dan; dus; nou dan; in dat geval; als het zo zit; als dat zo is; (2) [drukt een begin- of eindpunt uit] nu goed; okay dan; wel; nou dan; welnu; ziezo; zo
はいhai (1) ja; jawel; jazeker; inderdaad; begrepen; okay; o.k.; in orde; akkoord; [scheepv.] tot uw orders; (2) aanwezig; present [bij naamafroeping]; (3) alstublieft; hier; voilà; ziehier; (4) nou; o.k.; wel; zo [om aandacht te trekken]
はてhate (1) hm; mmm; eh; uh; uhm; ahum [= uiting van twijfel of van aarzeling]; (2) wel; eh; maar [= respons op een vraag]
まあmaa (1) wel; kom; komaan; toe; welaan; toch [drukt een uitnodiging of berusting uit]; (2) nou; mwah (vooruit dan maar); laten we zeggen; wel [drukt voorbehoud uit]; (3) o!; hé!; ha; wel verdraaid; nee maar!; lieve hemel [uitroep van verwondering; verrassing enz.; vaak vrouwentaal]
よもやyomoya (1) [~…ない] zeker niet; onmogelijk; zeer onwaarschijnlijk; (2) misschien; wellicht; allicht; mogelijk; vermoedelijk; waarschijnlijk; denkelijk; wel
アア ; 唖々 (bet. 2) ; 嗚呼 (bet. 3-8)aa (1) zo; dermate; dusdanig; (2) kra kra [nabootsing van het geluid dat de kraai maakt]; (3) o; ah; och; ach; aha; helaas; eilaas; (4) hei; hé; zeg; hoi; hè; dag; hallo; (5) ja; yep; hm; oké; OK; in orde; akkoord; afgesproken; (6) hm; wel; eh; (7) ai; au; (8) oef; poe; hé; pf; oeh; bah
一丁 ; 一挺 ; 一梃itchou (1) [鋤~] één spade; één ploeg; [鍬~] één schoffel; [鋸~] één zaag; [櫓; 櫂~] één roeiriem; één roeispaan; [槍~] één speer; [銃~] één geweer; [墨~] één inktblokje; [三味線~] één shamisen; [剃刀~] één scheermesje; [蝋燭~] één kaars; [鋏~] één schaar; (2) [駕籠~] één palankijn; [人力車~] één riksja; (3) [料理肴~] één portie; één schotel; één bord; één bestelling; [酒~] één glas; (4) [豆腐~] één blok; (5) [書物の] boekblad; (6) [将棋~] één partijtje; één spelletje; (7) [楊弓; 大弓で] score van honderd; (8) [ton.] ratelslag [kondigt een coup de théâtre of het einde van het stuk aan]; (9) welnu; wel; nu; nou
井i (1) put; waterput; (2) bronput; bronwel; wel
何せnanse in elk geval; hoe dan ook; nu eenmaal; tenslotte; immers; wel; nou
何とnanto (1) hoe; op welke wijze; (2) wat!; hoe!; zo'n!; (3) hoezo; (4) allemachtig; asjemenou; hemeltje; menslief; wow; [Belg.N.] amai; (5) wel
何dore (1) welke (ervan); wat; (2) nu dan; welnu; zo; nou; wel; goed
健康kenkou (1) (goede) gezondheid; welzijn; welvaren; welbevinden; welstand; (2) gezond; niet ziek; wel; in een toestand van welzijn; in orde
其れでsorede (1) daarmee; (2) (en) dus; zodoende; bijgevolg; (en) daardoor; derhalve; daarom; vandaar; dientengevolge; om die reden; op grond daarvan; (3) en toen?; en dan?; en vervolgens?; wel; wat dan?
其れではsoredeha (1) dus; dan; in dat geval; (2) wel; okay dan; nu goed; nou (dan); welnu; ziezo; zo [ter uitdrukking van de aanvang of beëindiging van een handeling]; (3) tot dan; tot ziens; dag [als afscheidsgroet]
多分tabun (1) waarschijnlijk; wellicht; allicht; misschien; denkelijk; vermoedelijk; wel; (2) veel; heel wat; ruim voldoende; in ruime; hoge; grote; sterke; belangrijke mate; genoeg; ruimschoots; rijkelijk; niet afgemeten; grotendeels; [form.] grotelijks; (3) royaal; gul; flink; fors; ferm; ruim; mild; rijkelijk; omvangrijk; aanzienlijk
如何してdoushite (1) waarom; waartoe; om welke reden; hoe komt het dat ~; (2) hoe; op welke wijze; hoezo; (1) wel; in feite; eigenlijk; feitelijk; (2) integendeel; juist niet
如何 ; 何うdou (1) hoe; op welke wijze; (2) wel; hoe; wat [vind je van ~]
少なくともsukunakutomo minstens; ten minste; niet minder dan; wel; minimaal; op zijn minst; het minste dat ~; (al)licht; althans
既に ; 已にsudeni (1) reeds; al; al eerder; onderhand; [form.] bereids; (2) tevoren; eerder; voordien; vroeger; vooraf; (3) echt; alvast; vast; wel
源泉gensen bron; wel; oerbron; [fig.] oorsprong; [fig.] bronader; [fig.] bronwel; [fig.] ader
確か ; 慥かtashika (1) zeker; vaststaand; positief; afdoend; gewis; verzekerd; onomstotelijk; onweerlegbaar; ontegenzeglijk; ontwijfelbaar; onmiskenbaar; onbetwistbaar; pertinent; (2) betrouwbaar; te vertrouwen; geaccrediteerd; gewaarborgd; solide; gedegen; authentiek; onfeilbaar; nimmer falend; feilloos; (3) [i.c.m. 頭; 気 e.d.] gezond; o.k.; degelijk; wel; in orde; (4) exact; precies; juist; nauwkeurig; (5) zeker; beslist; vast (en zeker); stellig; natuurlijk; inderdaad; toegegeven; ongetwijfeld; met zekerheid; zonder twijfel; naar alle waarschijnlijkheid; gegarandeerd; voorwaar; welzeker; zonder mankeren; [form.] voorzeker; weliswaar; (6) als ik (het) me goed herinner; als ik het wel heb; ik geloof; meen; denk; ik maak me sterk
Tijd: 0.5 sec. jiten.nl: 9 treffers, warandict: 35 treffers (zoekopdracht: 'wel', strategie: exact).
2005-2023