日蘭辭典+

58 resultaten voor ‘zeer’
日蘭辭典 (trefwoord)
amari餘り
(余り) vz. & bw. (1) [より以上] meer dan; over; boven. (2) [過度に] te; al te; tezeer; erg; over. (3) [差程] zeer; bijzonder; zoozeer......, dat; zoo......dat. ¶ 餘り……ない niet erg; niet zeer; niet bijzonder; zelden. ¶ 餘り高くて手が屆かぬ zoo hoog, dat men er niet bij kan. ¶ そりゃあんまりだ dat is een beetje te erg.
amata數多
(数多) zn. groot aantal o. ¶ 數多の zeer veel; talrijk. ¶ 數囘 menigmaal; zeer dikwijls; herhaaldelijk.
arigatagaru有難がる
(有り難がる) i.w. dankbaar zijn; zeer verplicht zijn.
jitsu
() zn. (1) [眞實] waarheid v.; werkelijkheid v.; ware toestand m. (2) [誠意] oprechtheid v. (3) [割算] factor m.; getal dat gedeeld kan worden op. ¶ を明かす de waarheid aan het licht brengen. ¶ を盡す oprechtheid toonen; vriendelijkheid bewijzen. ¶ は inderaad; feitelijk. ¶ を言へば om de waarheid te zeggen; ronduit gezegd; openhartig gesproken. ¶ werkelijk; waar; feitelijk. ¶ inderdaad; zeer (甚だ).. ¶ らしい aannemelijk; plausibel.
yamayama山々
bw. veel; zeer. ¶ 歸りたいのは山々ぢやが ik zou dolgraag teruggaan, maar ......
baka馬鹿
zn. (1) [人] zot m.; dwaas m.; domkop m. (2) [罵言] ezel m.; uil m.; idioot m; (3) [馬鹿な事] dwaasheid v.; domheid v.; onzin m.; nonsens v. ¶ 馬鹿kletspraat. ¶ 馬鹿な眞似 zotternij. ¶ 馬鹿げた dwaas; onzinnig; onbenullig. ¶ 馬鹿な、馬鹿dwaas. ¶ 馬鹿に belachelijk; buitengewoon; zeer. ¶ 馬鹿大きい ontzaggelijk groot. ¶ 馬鹿正直 overdreven eerlijkheid. ¶ 馬鹿を言ふ nonsens praten. ¶ 馬鹿にする voor den gek houden; erin laten loopen.
subarashii素晴らしい
dōmoどうも
bw. zeer; hoe zeer; hoe. ¶ どうも困った wat is dat onaangenaam! ¶ どうも親切 hoe vriendelijk van u! ¶ どうも吹くね wat waait het hard!
diabun大分
bw. zeer; heel; in hevige mate. ¶ 大分早く起きる zeer vroeg opstaan. ¶ 大分經ってから na geruimen tijd. ¶ 大分なる het is lang geleden. ¶ 大分氣分がよい zich veel beter voelen.
nanamenarazu不斜
(斜めならず) bw. buitengewoon; zeer; uiterst; boven mate.
sazo
(さぞ) bw. (1) [大に] zeer; hoe zeer. (2) [定めし] inderdaad; stellig. ¶ 嘸 …… でせう ongetwijfeld; zeker; naar ik vertrouw. ¶ 嘸御喜びでせう wat zul je blij zijn.
taisō大層
(大層) bw. zeer; bijzonder; heel; erg. ¶ 大層な veel; groot.
SUPPLEMENT (trefwoord)
sugoi凄い
(すごい、スゴイ) bn. (1) afschrikwekkend; benauwend; gruwelijk; huiveringwekkend. ¶ すごいにらむ sugoi me de niramu met een ijselijke blik aanstaren; met een schrikaanjagende blik aankijken. (2) ongewoon; verbazend; opmerkelijk; bewonderenswaardig; geweldig; excellent; fameus; fantastisch; ongelooflijk; ongehoord; verbluffend. ¶ すごい腕前 sugoi udemae opvallend bekwaam. ¶ はすごい知識を持ったです。すなわち、生き字引ですKare wa sugoi chishiki wo motta hito desu. Sunawachi, ikijibiki desu. Hij beschikt over ongelooflijke kennis. Hij is een levende encyclopedie. (TTC) ¶ 姉さんはすごい美人だ。 Kare no neesan wa sogoi bijin da. Zijn zus is een opmerkelijke schoonheid. (TTC) (tevens als uitroep van bewondering of emotie) ¶ へー、キーボード見ないで文字打てるんだ。スゴイわねー。♀ Hèè? kiiboodo minaide moji uterun da. Sugoi wa nèè. Hé, jij kunt tikken zonder te kijken naar het toetsenbord. Cool zeg! (TTC) (3) (zowel in negatieve als positieve zin) in ongewone mate; excessief; extreem; vreselijk; bovenmatig; ontstellend; ontzettend; uiterst; verdomd; zeer; erg; groot (aantal). 半時間ほどすごい土砂降りだった。Hanjikan hodo sugoi doshaburi datta. Een half uur lang hadden we een vreselijke stortregen; Het was een ontzettende stortbui van een half uur. (TTC) bw. ¶ 今日はすごく暑いKyō wa sugoku atsui. Het is vandaag vreselijk warm. (TTC) ¶ が光に対してすごく敏感なのですMe ga hikari ni taishite sugoku binkan na no desu. Mijn ogen zijn enorm gevoelig voor licht. (TTC)
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <zeer>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
いともitomo heel; erg; zeer; enorm; uiterst; uitermate
てんでtende (1) [in combinatie met een negatie] helemaal niet; allesbehalve; allerminst; (2) heel; erg; zeer; uitermate; buitengewoon; hartstikke
とってもtottemo (1) heel; erg; zeer; zwaar; sterk; uiterst; aller-; dood-; oer-; bloed-; in-; hartstikke; vreselijk; uitermate; ontzettend; enorm; verschrikkelijk; afschuwelijk; ijzig; bar; stom-; criant; gruwelijk; bitter; crimineel; gruwzaam; fantastisch; geweldig; ontiegelijk; gemeen; drommels; verdomd; machtig; duivels; verbazend; ijselijk; verduiveld; mirakels; allemachtig; formidabel; ellendig; moorddadig; reusachtig; reuze-; ontzaglijk; vervaarlijk; kolossaal; onwijs; schreeuwend; stinkend; danig; volslagen; faliekant; [inform.; veroud.] verhipt; (2) [~ない] geenszins; volstrekt niet; hoegenaamd niet; bepaald niet; helemaal niet; lang niet; absoluut niet; ten enenmale niet; om de drommel niet; in het geheel niet; niet in het minst; in geen geval; in geen enkel opzicht; in genen dele; op geen stukken na; bijlange (na) niet
とんだtonda (1) onverwacht; onvoorzien; (2) absurd; ongelofelijk; ongehoord; grotesk; grof; flagrant; (3) geweldig; enorm; buitengewoon; bijzonder; fantastisch; onvoorstelbaar; ontzettend; ontzaglijk; verschrikkelijk; gruwelijk; (4) geweldig; enorm; buitengewoon; bijzonder; fantastisch; onvoorstelbaar; erg; zeer; uiterst; ontzettend; ontzaglijk; verschrikkelijk; gruwelijk
ぴりぴりするpiripirisuru (1) pijnlijk zijn; zeer; pijn doen; steken; prikken; prikkelen; branden; (2) bloednerveus zijn; gespannen zijn; iebel; ibbel zijn; ongedurig zijn; op scherp staan; over z'n toeren zijn
めっちゃmetcha [slang] erg; heel; zeer
やたらにyatarani (1) lukraak; in het wilde weg; willekeurig; zonder onderscheid; zonder aanzien des persoons; aselect; ongeselecteerd; op goed geluk (af); er maar op los; roekeloos; ondoordacht; onbehoedzaam; zomaar wat; onsystematisch; onmethodisch; (2) zeer; uitermate; bovenmate; buitenmate; buitensporig; overmatig; buitengewoon; uiterst; erg; ontzettend
ジャンボjanbo (1) [foto.] uitvergroting; vergroting; blow-up; (2) jumbojet; jumbo; (3) zeer; geweldig groot; reusachtig; kolossaal; enorm; gigantisch
ジャンボなjanbona zeer; geweldig groot; reusachtig; kolossaal; enorm; gigantisch
余っ程yoppodo (1) verreweg; veruit; in hoge; grote mate; zeer; (2) [~…うかと思った] bijna; op het punt; [Belg.N.] ei zo na; (3) net goed; precies passend; juist; (4) bijna; ongeveer; (5) buitengewoon; bijzonder; (6) overdreven; onmatig; extreem; excessief; buitensporig
余程yohodo behoorlijk; heel wat; zeer; erg; nogal; best wel; danig; vrij; voor een groot deel; ver; aanzienlijk; aanmerkelijk; flink; veel; [Belg.N.; niet alg.] een pak
全然zenzen (1) helemaal niet; in het geheel niet; niet in het minst; geringste; absoluut niet; volstrekt niet; hoegenaamd niet; in genen dele [i.c.m. negatie]; (2) heel; erg; zeer; verschrikkelijk [in informeel taalgebruik]; (3) compleet; volstrekt; totaal; geheel; helemaal; geheel en al; volkomen; volslagen; volledig; op-en-top; in alle opzichten; door en door [affirmatief en nadrukkelijk]
大いにooini zeer; enorm; in hoge mate; ten zeerste
大変taihen (1) crisis; zaak van betekenis; beproeving; (2) verschrikkelijk; erg; zeer; heel; ontzettend; vreselijk; enorm; hoogst; uiterst; bijzonder; uitzonderlijk; buitengewoon; geweldig; immens; hartstikke; ontzaglijk; afschuwelijk; akelig; zwaar; uitermate; danig; ernstig; (3) niet simpel; moeilijk; problematisch; zwaar; hard; lastig; niet voor de poes; geen sinecure; geen kinderspel; geen lachertje; een flinke job; een zware klus; (4) o God!; mijn God!; och God!; och gut!; God nog (aan) toe!; hè nee!; lieve deugd!; och gunst!; lieve; goeie hemel!; grote goedheid!; nee maar!; mijn hemel!; menslief!; goeie genade!; goeie grutten!; allemachtig!
大層 ; 大相 ; 大造taisou (1) enorm; geweldig; ontzaglijk; immens; machtig; gigantisch; formidabel; ontzettend; indrukwekkend; grandioos; groots; (2) voortreffelijk; voornaam; hoog; indrukwekkend; (3) overdreven; overtrokken; opgeklopt; sterk; kras; ongelooflijk; geëxalteerd; (4) heel; (heel) erg; zeer; buitengewoon; enorm; geweldig; ontzettend; vreselijk; buitengemeen; uitermate; uiterst; hoogst; ongemeen; zo; hooglijk; verschrikkelijk; ontzaglijk; buitenmate; bovenmate; [inform.] hartstikke
如何にもikanimo (1) in elk opzicht; enorm; extreem; uiterst; verschrikkelijk; zeer; erg; hoogst; absoluut; totaal; (2) werkelijk; waarlijk; voorwaar; voorzeker; echt; helemaal; door en door; precies; inderdaad; exact; zegt u dat wel; zoals u zegt; dat ben ik helemaal met u eens; volkomen gelijk; nou en of; reken maar; klopt; heel juist; (3) hoe dan ook; op welke wijze ook; hoe het ook zij; vast en zeker; welzeker; ongetwijfeld; beslist; stellig; (4) net alsof; als het ware; onmiskenbaar; duidelijk; niet mis te verstaan; (5) liefst; bij voorkeur
iya (1) steeds meer; hoe langer hoe meer; (2) enorm; zeer; in zeer hoge mate; (3) meest; uiterst
散々sanzan (1) enorm; erg; hevig; uiterst; geweldig; ontzettend; ontzaglijk; ontstellend; (2) vreselijk; verschrikkelijk; afschuwelijk; gruwelijk; afgrijselijk; wreed; ellendig; bitter; meedogenloos; ongenadig; niets ontziend; (3) vergruisd; verbrijzeld; in kleine stukjes uiteengevallen; totaal verwoest; (4) enorm; vreselijk; geweldig; erg; zeer; ontzettend; diepgaand; ernstig; grondig; door en door
数多amata (1) heel; erg; zeer; enorm; ontzettend; (2) [~の] veel; menig; tal van; heel wat; (3) vele; velen
sai (1) meest; hoogst; zeer; uiterst; aller-; ultra-; extreem-; (2) -st(e); meest
いとito (1) erg; heel; zeer; ontzettend; verschrikkelijk; enorm; uiterst; uitermate; buitengewoon; (2) werkelijk; echt; waarlijk; absoluut; inderdaad; zonder meer; regelrecht; hoe …!; (3) [~…ず] niet erg; niet zo; niet al te; niet bijster; weinig
極めてkiwamete heel; erg; zeer; uiterst; uitermate; buitengewoon; ongemeen; bijzonder; allemachtig; extreem; in hoge mate; in niet geringe mate; [muz.] molto; [muz.] assai; aller-; aarts-
goku zeer; uiterst; hoogst; ten zeerste; uitermate; hogelijk; in zeer hoge mate; extreem; [~少数] bedroevend
kou (a) overstromen; extensief zijn; (b) zeer; volop
深くfukaku (1) diep; grondig; heftig; intens; erg; zeer; hartgrondig; (2) oprecht; van harte
滅法meppou (1) [boeddh.] dharma-vināśa [= ongeconditioneerde dharma; soeverein bestaan]; (2) [boeddh.] nirwana; (3) absurd; onredelijk; (4) enorm; extreem; buitengewoon; (5) enorm; extreem; uitermate; uiterst; buitengewoon; erg; zeer; verschrikkelijk; ontzettend
甚くitaku (1) zeer; erg; fel; hevig; intens; enorm; geweldig; bijzonder; buitengewoon; ongemeen; (2) [~…ず] niet erg; niet zo; niet al te; niet bijster
甚だhanahada heel; erg; zeer; uiterst; buitengewoon
痛い所itaitokoro pijnlijke; gevoelige; rauwe; zere plek; zeer; zwak; teer punt; [fig.] open zenuw
結構kekkou (1) structuur; constructie; bouwsel; bouw; geraamte; kader; (2) steun; stut; spant; (3) opbouw (van een verhaal); plot; verwikkeling (van een verhaal); (4) goed; fijn; mooi; (5) prachtig; magnifiek; schitterend; (6) lekker; heerlijk; (7) ten zeerste; zeer; erg; geweldig; in hoge mate; ruimschoots; rijkelijk; overvloedig; buitengewoon; buitengemeen; enorm; geweldig; (8) aardig; nogal; tamelijk; vrij; vrij wat; redelijk; in redelijk hoge mate; behoorlijk; best
至ってitatte heel; erg; zeer; uiterst; ontzettend; buitengewoon; uitermate; buitenmate; bovenmate; in hoge mate; buitengemeen; super; niet zo’n (klein) beetje
至極shigoku zeer; erg; uiterst; uitermate; enorm; buitengewoon; ongemeen; bijzonder; extreem; volkomen; helemaal; absoluut; op-en-top
良く; 好く; 善く; 能くyoku (1) goed; voldoende; aandachtig; nauwkeurig; zorgvuldig; (2) vlot; kundig; vaardig; behendig; (3) erg; heel; zeer; (4) vaak; dikwijls; (5) hoe ~!; wat ~! [uiting van bewondering; lof; vreugde; afgunst]; (6) hoe ~!; wat ~! [pejoratieve betekenis]
苦痛kutsuu (1) lichamelijk lijden; pijn; zeer; (2) psychisch lijden; leed; lijden; smart; droefnis; verdriet
era (1) voortreffelijk; uitmuntend; uitstekend; superieur; excellent; outstanding; preëminent; (2) erg; zeer; heel; ontzettend; geweldig; hartstikke; vreselijk; enorm; (3) buitengewoon ~; extra ~; super ~; in-
辛さtsurasa pijn; leed; lijden; bitterheid; zeer
迚もtotemo (1) heel; erg; zeer; zwaar; sterk [overdreven enz.]; uiterst; aller-; dood-; oer-; bloed-; in-; hartstikke; vreselijk; uitermate; ontzettend; verschrikkelijk [slecht enz.]; afschuwelijk [vervelend enz.]; ijzig [kalm enz.]; bar [vervelend enz.]; stom [vervelend enz.]; criant [vervelend enz.]; gruwelijk [vervelend enz.]; bitter [arm enz.]; crimineel [koud enz.]; gruwzaam [kil enz.]; fantastisch [goedkoop enz.]; geweldig [goed enz.]; ontiegelijk [rijk enz.]; gemeen [koud enz.]; drommels [goed enz.]; verdomd [handig enz.]; machtig [mooi enz.]; duivels [ingewikkeld enz.]; verbazend [veel enz.]; ijselijk [lelijk enz.]; verduiveld [aardig enz.]; mirakels [gelukkig enz.]; allemachtig [interessant enz.]; formidabel [goed enz.]; ellendig [heet enz.]; moorddadig [goed enz.]; reusachtig [aardig enz.]; reuze [veel enz.]; ontzaglijk [veel enz.]; vervaarlijk [groot enz.]; kolossaal [groot enz.]; onwijs [hard enz.]; enorm; schreeuwend [duur enz.]; stinkend [jaloers enz.]; danig; volslagen; faliekant; [inform.; veroud.] verhipt [warm enz.]; [~少ない] bedroevend; (2) geenszins; volstrekt niet; hoegenaamd niet; bepaald niet; helemaal niet; lang niet; absoluut niet; ten enenmale niet; om de drommel niet; in het geheel niet; niet in het minst; in geen geval; in geen enkel opzicht; in genen dele; op geen stukken na; bijlange (na) niet [i.c.m. negatie]
遙かに ; 遥かに ; 悠かにharukani (1) heel ver; afgelegen; in de verte; ver weg; (2) lang geleden; (3) in hoge mate; zeer; veel; ver; verre; verreweg
遥かharuka (1) ver; afgelegen; in de verte; ver weg; (2) lang geleden; (3) in hoge mate; zeer; veel; ver; verre; verreweg; veruit; (4) onaangenaam; vervelend
酷くhidoku erg; zeer; buitengewoon; hard; ontzettend; vreselijk; verschrikkelijk; geweldig; beestachtig; beestig
随分zuibun (1) kras; sterk; wat (een ~); [iron.] fraai; (2) zeer; erg; heel; uiterst; uitermate; buitengewoon; hoogst; verschrikkelijk; vreselijk; (3) behoorlijk; aanzienlijk; aanmerkelijk; beduidend; fors; flink; knap; merkelijk; een stuk; heel; nogal; aardig wat; considerabel
非常hijou (1) nood; noodgeval; emergency; uitzonderlijkheid;  ; (2) buitengewoon; bijzonder; ongewoon; ongemeen; buitengemeen; extreem; immens; enorm; grandioos; verschrikkelijk;  ; (3) (heel) erg; heel; zeer; buitengewoon; buitengemeen; hevig; enorm; ongemeen; ongewoon; geweldig; ontzaglijk; intens; vehement; extreem; bijzonder; uitzonderlijk; mateloos; danig; hoogst; zeerst; uiterst; in hoge mate; ontzettend; razend; verschrikkelijk; vreselijk; bot; bar; ~ tot-en-met; reuze ~; machtig; uitermate; bovenmate; buitenmate; hooglijk; deerlijk; grotelijks; schromelijk; angstig [klein enz.]; [inform.] ontiegelijk; [inform.] hartstikke; [inform.] onwijs; [inform.] stierlijk; dol-; [inform.] oer-; over-; steen-; [inform.] kei-
非常にhijouni (heel) erg; heel; zeer; buitengewoon; buitengemeen; hevig; enorm; ongemeen; ongewoon; geweldig; ontzaglijk; intens; vehement; extreem; bijzonder; uitzonderlijk; mateloos; danig; hoogst; zeerst; uiterst; in hoge mate; ontzettend; razend; verschrikkelijk; vreselijk; bot; bar; ~ tot-en-met; reuze ~; machtig; uitermate; bovenmate; buitenmate; hooglijk; deerlijk; grotelijks; schromelijk; [scherts.] angstig [klein enz.]; [inform.] ontiegelijk; [inform.] hartstikke; [inform.] onwijs; [inform.] stierlijk; dol-; [inform.] oer-; over-; steen-; [inform.] kei-
頗るsukoburu zeer; heel; uiterst; uitermate; hoogst; bijzonder
頻りにshikirini (1) herhaaldelijk; vaak; veelvuldig; meermaals; regelmatig; telkens opnieuw; gedurig; aanhoudend; onophoudelijk; constant; continu; de ene ~ op de andere; (2) zeer; sterk; ten zeerste; ten sterkste; krachtig; intens; ijverig; gretig; begerig; vurig; popelend; maar wat graag
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.53 sec. jiten.nl: 13 treffers, warandict: 45 treffers (zoekopdracht: 'zeer', strategie: exact). 
2005-2023