
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (trefwoord)
jitsu・實
(実) zn. (1) [眞實] waarheid v.; werkelijkheid v.; ware toestand m. (2) [誠意] oprechtheid v. (3) [割算] factor m.; getal dat gedeeld kan worden op. ¶ 實を明かす de waarheid aan het licht brengen. ¶ 實を盡す oprechtheid toonen; vriendelijkheid bewijzen. ¶ 實は inderaad; feitelijk. ¶ 實を言へば om de waarheid te zeggen; ronduit gezegd; openhartig gesproken. ¶ 實の werkelijk; waar; feitelijk. ¶ 實に inderdaad; zeer (甚だ).. ¶ 實らしい aannemelijk; plausibel.
baka・馬鹿
zn. (1) [人] zot m.; dwaas m.; domkop m. (2) [罵言] ezel m.; uil m.; idioot m; (3) [馬鹿な事] dwaasheid v.; domheid v.; onzin m.; nonsens v. ¶ 馬鹿話 kletspraat. ¶ 馬鹿な眞似 zotternij. ¶ 馬鹿げた dwaas; onzinnig; onbenullig. ¶ 馬鹿な、馬鹿の dwaas. ¶ 馬鹿に belachelijk; buitengewoon; zeer. ¶ 馬鹿に大きい ontzaggelijk groot. ¶ 馬鹿正直 overdreven eerlijkheid. ¶ 馬鹿を言ふ nonsens praten. ¶ 馬鹿にする voor den gek houden; erin laten loopen.
subarashii・素晴らしい
nanamenarazu・不斜
SUPPLEMENT (trefwoord)
sugoi・凄い
(すごい、スゴイ) bn. (1) afschrikwekkend; benauwend; gruwelijk; huiveringwekkend. ¶ すごい目でにらむ sugoi me de niramu met een ijselijke blik aanstaren; met een schrikaanjagende blik aankijken. (2) ongewoon; verbazend; opmerkelijk; bewonderenswaardig; geweldig; excellent; fameus; fantastisch; ongelooflijk; ongehoord; verbluffend. ¶ すごい腕前 sugoi udemae opvallend bekwaam. ¶ 彼はすごい知識を持った人です。すなわち、生き字引です。 Kare wa sugoi chishiki wo motta hito desu. Sunawachi, ikijibiki desu. Hij beschikt over ongelooflijke kennis. Hij is een levende encyclopedie. (TTC) ¶ 彼の姉さんはすごい美人だ。 Kare no neesan wa sogoi bijin da. Zijn zus is een opmerkelijke schoonheid. (TTC) (tevens als uitroep van bewondering of emotie) ¶ へー、キーボード見ないで文字打てるんだ。スゴイわねー。♀ Hèè? kiiboodo minaide moji uterun da. Sugoi wa nèè. Hé, jij kunt tikken zonder te kijken naar het toetsenbord. Cool zeg! (TTC) (3) (zowel in negatieve als positieve zin) in ongewone mate; excessief; extreem; vreselijk; bovenmatig; ontstellend; ontzettend; uiterst; verdomd; zeer; erg; groot (aantal). 半時間ほどすごい土砂降りだった。Hanjikan hodo sugoi doshaburi datta. Een half uur lang hadden we een vreselijke stortregen; Het was een ontzettende stortbui van een half uur. (TTC) bw. ¶ 今日はすごく暑い。 Kyō wa sugoku atsui. Het is vandaag vreselijk warm. (TTC) ¶ 目が光に対してすごく敏感なのです。 Me ga hikari ni taishite sugoku binkan na no desu. Mijn ogen zijn enorm gevoelig voor licht. (TTC)
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <zeer>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
いともitomo heel; erg; zeer; enorm; uiterst; uitermate
てんでtende (1) [in combinatie met een negatie] helemaal niet; allesbehalve; allerminst; (2) heel; erg; zeer; uitermate; buitengewoon; hartstikke
とってもtottemo (1) heel; erg; zeer; zwaar; sterk; uiterst; aller-; dood-; oer-; bloed-; in-; hartstikke; vreselijk; uitermate; ontzettend; enorm; verschrikkelijk; afschuwelijk; ijzig; bar; stom-; criant; gruwelijk; bitter; crimineel; gruwzaam; fantastisch; geweldig; ontiegelijk; gemeen; drommels; verdomd; machtig; duivels; verbazend; ijselijk; verduiveld; mirakels; allemachtig; formidabel; ellendig; moorddadig; reusachtig; reuze-; ontzaglijk; vervaarlijk; kolossaal; onwijs; schreeuwend; stinkend; danig; volslagen; faliekant; [inform.; veroud.] verhipt; (2) [~ない] geenszins; volstrekt niet; hoegenaamd niet; bepaald niet; helemaal niet; lang niet; absoluut niet; ten enenmale niet; om de drommel niet; in het geheel niet; niet in het minst; in geen geval; in geen enkel opzicht; in genen dele; op geen stukken na; bijlange (na) niet
とんだtonda (1) onverwacht; onvoorzien; (2) absurd; ongelofelijk; ongehoord; grotesk; grof; flagrant; (3) geweldig; enorm; buitengewoon; bijzonder; fantastisch; onvoorstelbaar; ontzettend; ontzaglijk; verschrikkelijk; gruwelijk; (4) geweldig; enorm; buitengewoon; bijzonder; fantastisch; onvoorstelbaar; erg; zeer; uiterst; ontzettend; ontzaglijk; verschrikkelijk; gruwelijk
ぴりぴりするpiripirisuru (1) pijnlijk zijn; zeer; pijn doen; steken; prikken; prikkelen; branden; (2) bloednerveus zijn; gespannen zijn; iebel; ibbel zijn; ongedurig zijn; op scherp staan; over z'n toeren zijn
めっちゃmetcha [slang] erg; heel; zeer
やたらにyatarani (1) lukraak; in het wilde weg; willekeurig; zonder onderscheid; zonder aanzien des persoons; aselect; ongeselecteerd; op goed geluk (af); er maar op los; roekeloos; ondoordacht; onbehoedzaam; zomaar wat; onsystematisch; onmethodisch; (2) zeer; uitermate; bovenmate; buitenmate; buitensporig; overmatig; buitengewoon; uiterst; erg; ontzettend
ジャンボjanbo (1) [foto.] uitvergroting; vergroting; blow-up; (2) jumbojet; jumbo; (3) zeer; geweldig groot; reusachtig; kolossaal; enorm; gigantisch
ジャンボなjanbona zeer; geweldig groot; reusachtig; kolossaal; enorm; gigantisch
余っ程yoppodo (1) verreweg; veruit; in hoge; grote mate; zeer; (2) [~…うかと思った] bijna; op het punt; [Belg.N.] ei zo na; (3) net goed; precies passend; juist; (4) bijna; ongeveer; (5) buitengewoon; bijzonder; (6) overdreven; onmatig; extreem; excessief; buitensporig
余程yohodo behoorlijk; heel wat; zeer; erg; nogal; best wel; danig; vrij; voor een groot deel; ver; aanzienlijk; aanmerkelijk; flink; veel; [Belg.N.; niet alg.] een pak
全然zenzen (1) helemaal niet; in het geheel niet; niet in het minst; geringste; absoluut niet; volstrekt niet; hoegenaamd niet; in genen dele [i.c.m. negatie]; (2) heel; erg; zeer; verschrikkelijk [in informeel taalgebruik]; (3) compleet; volstrekt; totaal; geheel; helemaal; geheel en al; volkomen; volslagen; volledig; op-en-top; in alle opzichten; door en door [affirmatief en nadrukkelijk]
大いにooini zeer; enorm; in hoge mate; ten zeerste
大変taihen (1) crisis; zaak van betekenis; beproeving; (2) verschrikkelijk; erg; zeer; heel; ontzettend; vreselijk; enorm; hoogst; uiterst; bijzonder; uitzonderlijk; buitengewoon; geweldig; immens; hartstikke; ontzaglijk; afschuwelijk; akelig; zwaar; uitermate; danig; ernstig; (3) niet simpel; moeilijk; problematisch; zwaar; hard; lastig; niet voor de poes; geen sinecure; geen kinderspel; geen lachertje; een flinke job; een zware klus; (4) o God!; mijn God!; och God!; och gut!; God nog (aan) toe!; hè nee!; lieve deugd!; och gunst!; lieve; goeie hemel!; grote goedheid!; nee maar!; mijn hemel!; menslief!; goeie genade!; goeie grutten!; allemachtig!
大層 ; 大相 ; 大造taisou (1) enorm; geweldig; ontzaglijk; immens; machtig; gigantisch; formidabel; ontzettend; indrukwekkend; grandioos; groots; (2) voortreffelijk; voornaam; hoog; indrukwekkend; (3) overdreven; overtrokken; opgeklopt; sterk; kras; ongelooflijk; geëxalteerd; (4) heel; (heel) erg; zeer; buitengewoon; enorm; geweldig; ontzettend; vreselijk; buitengemeen; uitermate; uiterst; hoogst; ongemeen; zo; hooglijk; verschrikkelijk; ontzaglijk; buitenmate; bovenmate; [inform.] hartstikke
如何にもikanimo (1) in elk opzicht; enorm; extreem; uiterst; verschrikkelijk; zeer; erg; hoogst; absoluut; totaal; (2) werkelijk; waarlijk; voorwaar; voorzeker; echt; helemaal; door en door; precies; inderdaad; exact; zegt u dat wel; zoals u zegt; dat ben ik helemaal met u eens; volkomen gelijk; nou en of; reken maar; klopt; heel juist; (3) hoe dan ook; op welke wijze ook; hoe het ook zij; vast en zeker; welzeker; ongetwijfeld; beslist; stellig; (4) net alsof; als het ware; onmiskenbaar; duidelijk; niet mis te verstaan; (5) liefst; bij voorkeur
弥iya (1) steeds meer; hoe langer hoe meer; (2) enorm; zeer; in zeer hoge mate; (3) meest; uiterst
散々sanzan (1) enorm; erg; hevig; uiterst; geweldig; ontzettend; ontzaglijk; ontstellend; (2) vreselijk; verschrikkelijk; afschuwelijk; gruwelijk; afgrijselijk; wreed; ellendig; bitter; meedogenloos; ongenadig; niets ontziend; (3) vergruisd; verbrijzeld; in kleine stukjes uiteengevallen; totaal verwoest; (4) enorm; vreselijk; geweldig; erg; zeer; ontzettend; diepgaand; ernstig; grondig; door en door
数多amata (1) heel; erg; zeer; enorm; ontzettend; (2) [~の] veel; menig; tal van; heel wat; (3) vele; velen
最sai (1) meest; hoogst; zeer; uiterst; aller-; ultra-; extreem-; (2) -st(e); meest
いとito (1) erg; heel; zeer; ontzettend; verschrikkelijk; enorm; uiterst; uitermate; buitengewoon; (2) werkelijk; echt; waarlijk; absoluut; inderdaad; zonder meer; regelrecht; hoe …!; (3) [~…ず] niet erg; niet zo; niet al te; niet bijster; weinig
極めてkiwamete heel; erg; zeer; uiterst; uitermate; buitengewoon; ongemeen; bijzonder; allemachtig; extreem; in hoge mate; in niet geringe mate; [muz.] molto; [muz.] assai; aller-; aarts-
極goku zeer; uiterst; hoogst; ten zeerste; uitermate; hogelijk; in zeer hoge mate; extreem; [~少数] bedroevend
浩kou (a) overstromen; extensief zijn; (b) zeer; volop
深くfukaku (1) diep; grondig; heftig; intens; erg; zeer; hartgrondig; (2) oprecht; van harte
滅法meppou (1) [boeddh.] dharma-vināśa [= ongeconditioneerde dharma; soeverein bestaan]; (2) [boeddh.] nirwana; (3) absurd; onredelijk; (4) enorm; extreem; buitengewoon; (5) enorm; extreem; uitermate; uiterst; buitengewoon; erg; zeer; verschrikkelijk; ontzettend
甚くitaku (1) zeer; erg; fel; hevig; intens; enorm; geweldig; bijzonder; buitengewoon; ongemeen; (2) [~…ず] niet erg; niet zo; niet al te; niet bijster
甚だhanahada heel; erg; zeer; uiterst; buitengewoon
痛い所itaitokoro pijnlijke; gevoelige; rauwe; zere plek; zeer; zwak; teer punt; [fig.] open zenuw
結構kekkou (1) structuur; constructie; bouwsel; bouw; geraamte; kader; (2) steun; stut; spant; (3) opbouw (van een verhaal); plot; verwikkeling (van een verhaal); (4) goed; fijn; mooi; (5) prachtig; magnifiek; schitterend; (6) lekker; heerlijk; (7) ten zeerste; zeer; erg; geweldig; in hoge mate; ruimschoots; rijkelijk; overvloedig; buitengewoon; buitengemeen; enorm; geweldig; (8) aardig; nogal; tamelijk; vrij; vrij wat; redelijk; in redelijk hoge mate; behoorlijk; best
至ってitatte heel; erg; zeer; uiterst; ontzettend; buitengewoon; uitermate; buitenmate; bovenmate; in hoge mate; buitengemeen; super; niet zo’n (klein) beetje
至極shigoku zeer; erg; uiterst; uitermate; enorm; buitengewoon; ongemeen; bijzonder; extreem; volkomen; helemaal; absoluut; op-en-top
良く; 好く; 善く; 能くyoku (1) goed; voldoende; aandachtig; nauwkeurig; zorgvuldig; (2) vlot; kundig; vaardig; behendig; (3) erg; heel; zeer; (4) vaak; dikwijls; (5) hoe ~!; wat ~! [uiting van bewondering; lof; vreugde; afgunst]; (6) hoe ~!; wat ~! [pejoratieve betekenis]
苦痛kutsuu (1) lichamelijk lijden; pijn; zeer; (2) psychisch lijden; leed; lijden; smart; droefnis; verdriet
豪era (1) voortreffelijk; uitmuntend; uitstekend; superieur; excellent; outstanding; preëminent; (2) erg; zeer; heel; ontzettend; geweldig; hartstikke; vreselijk; enorm; (3) buitengewoon ~; extra ~; super ~; in-
辛さtsurasa pijn; leed; lijden; bitterheid; zeer
迚もtotemo (1) heel; erg; zeer; zwaar; sterk [overdreven enz.]; uiterst; aller-; dood-; oer-; bloed-; in-; hartstikke; vreselijk; uitermate; ontzettend; verschrikkelijk [slecht enz.]; afschuwelijk [vervelend enz.]; ijzig [kalm enz.]; bar [vervelend enz.]; stom [vervelend enz.]; criant [vervelend enz.]; gruwelijk [vervelend enz.]; bitter [arm enz.]; crimineel [koud enz.]; gruwzaam [kil enz.]; fantastisch [goedkoop enz.]; geweldig [goed enz.]; ontiegelijk [rijk enz.]; gemeen [koud enz.]; drommels [goed enz.]; verdomd [handig enz.]; machtig [mooi enz.]; duivels [ingewikkeld enz.]; verbazend [veel enz.]; ijselijk [lelijk enz.]; verduiveld [aardig enz.]; mirakels [gelukkig enz.]; allemachtig [interessant enz.]; formidabel [goed enz.]; ellendig [heet enz.]; moorddadig [goed enz.]; reusachtig [aardig enz.]; reuze [veel enz.]; ontzaglijk [veel enz.]; vervaarlijk [groot enz.]; kolossaal [groot enz.]; onwijs [hard enz.]; enorm; schreeuwend [duur enz.]; stinkend [jaloers enz.]; danig; volslagen; faliekant; [inform.; veroud.] verhipt [warm enz.]; [~少ない] bedroevend; (2) geenszins; volstrekt niet; hoegenaamd niet; bepaald niet; helemaal niet; lang niet; absoluut niet; ten enenmale niet; om de drommel niet; in het geheel niet; niet in het minst; in geen geval; in geen enkel opzicht; in genen dele; op geen stukken na; bijlange (na) niet [i.c.m. negatie]
遙かに ; 遥かに ; 悠かにharukani (1) heel ver; afgelegen; in de verte; ver weg; (2) lang geleden; (3) in hoge mate; zeer; veel; ver; verre; verreweg
遥かharuka (1) ver; afgelegen; in de verte; ver weg; (2) lang geleden; (3) in hoge mate; zeer; veel; ver; verre; verreweg; veruit; (4) onaangenaam; vervelend
酷くhidoku erg; zeer; buitengewoon; hard; ontzettend; vreselijk; verschrikkelijk; geweldig; beestachtig; beestig
随分zuibun (1) kras; sterk; wat (een ~); [iron.] fraai; (2) zeer; erg; heel; uiterst; uitermate; buitengewoon; hoogst; verschrikkelijk; vreselijk; (3) behoorlijk; aanzienlijk; aanmerkelijk; beduidend; fors; flink; knap; merkelijk; een stuk; heel; nogal; aardig wat; considerabel
非常hijou (1) nood; noodgeval; emergency; uitzonderlijkheid; ; (2) buitengewoon; bijzonder; ongewoon; ongemeen; buitengemeen; extreem; immens; enorm; grandioos; verschrikkelijk; ; (3) (heel) erg; heel; zeer; buitengewoon; buitengemeen; hevig; enorm; ongemeen; ongewoon; geweldig; ontzaglijk; intens; vehement; extreem; bijzonder; uitzonderlijk; mateloos; danig; hoogst; zeerst; uiterst; in hoge mate; ontzettend; razend; verschrikkelijk; vreselijk; bot; bar; ~ tot-en-met; reuze ~; machtig; uitermate; bovenmate; buitenmate; hooglijk; deerlijk; grotelijks; schromelijk; angstig [klein enz.]; [inform.] ontiegelijk; [inform.] hartstikke; [inform.] onwijs; [inform.] stierlijk; dol-; [inform.] oer-; over-; steen-; [inform.] kei-
非常にhijouni (heel) erg; heel; zeer; buitengewoon; buitengemeen; hevig; enorm; ongemeen; ongewoon; geweldig; ontzaglijk; intens; vehement; extreem; bijzonder; uitzonderlijk; mateloos; danig; hoogst; zeerst; uiterst; in hoge mate; ontzettend; razend; verschrikkelijk; vreselijk; bot; bar; ~ tot-en-met; reuze ~; machtig; uitermate; bovenmate; buitenmate; hooglijk; deerlijk; grotelijks; schromelijk; [scherts.] angstig [klein enz.]; [inform.] ontiegelijk; [inform.] hartstikke; [inform.] onwijs; [inform.] stierlijk; dol-; [inform.] oer-; over-; steen-; [inform.] kei-
頗るsukoburu zeer; heel; uiterst; uitermate; hoogst; bijzonder
頻りにshikirini (1) herhaaldelijk; vaak; veelvuldig; meermaals; regelmatig; telkens opnieuw; gedurig; aanhoudend; onophoudelijk; constant; continu; de ene ~ op de andere; (2) zeer; sterk; ten zeerste; ten sterkste; krachtig; intens; ijverig; gretig; begerig; vurig; popelend; maar wat graag
Tijd: 0.53 sec. jiten.nl: 13 treffers, warandict: 45 treffers (zoekopdracht: 'zeer', strategie: exact).
2005-2023