
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (trefwoord)
shisoku・子息
zn. zoon m.
chōnan・長男
zn. oudste zoon.
SUPPLEMENT (trefwoord)
yoroshiku・よろしく、宜しく
bw. (1) goed; behoorlijk; geschikt; passend (2) [groeten overbrengen] ¶ ご家族によろしくお伝え下さい。Gokazoku ni yoroshiku otsutae kudasai. Doe alsjeblieft de groeten aan je gezin [familie]. ¶ お父さんによろしく。Otōsan ni yoroshiku. Doe de groeten aan je Pa. (3) [introducties, zorgen voor] ¶ こんにちは。僕は田中一郎です。よろしくお願いします。♂ Konnichi wa. Boku wa Tanaka Ichirō desu. Yoroshiku onegaishimasu. Hallo! Ik ben Ichiro Tanaka. Leuk jullie te ontmoeten (lett. [behandel] mij behoorlijk). ¶ 息子をよろしくお願いします。 Musuko wo yoroshiku onegaishimasu. Zorg alstublieft goed voor mijn zoon.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <zoon>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
ジュニアjunia (1) jongere; (2) jongerejaars; jongerejaarsstudent; (3) algemene opleiding; (4) zoon; opvolger; (5) junior; jr.
ゾーンzoon (1) zone; (2) Zorn
二世nisei (1) [m.b.t. naamgenoten] de tweede; secundus; jonge; junior; jr.; Ⅱ; (2) opvolger; [i.h.b.] zoon; (3) nisei; Japanner van de tweede generatie in den vreemde
倅segare (1) zoon; jongen; (2) mijn zoon
出shyutsu (1) aanwezigheid; (2) vertrek; verlating; (3) afstammeling; [fig.] zoon; (4) ontsnapping; (5) [bijb.] Exodus; [Hebr.] Sjemot; [afk.] Exod.; [afk.] Ex.; (6) opdringerig; bemoeiziek; vrijpostig; brutaal; (a) uitgaan; eruit gaan; (b) gaan naar; (c) verschijnen; (d) uitblinken; uitmunten; (e) zich voordoen; gebeuren; (f) uitbrengen; naar buiten brengen; (g) betalen; (h) doen verschijnen; laten zien; (i) voortbrengen; (j) oorsprong; herkomst
子供kodomo (1) kind; jongen; meisje; [meton.] jonge harten; (2) baby; zuigeling; (3) nakomeling; zoon; dochter; kroost; afstammeling
子息shisoku zoon
子shi (1) kind; [i.h.b.] jongen; (2) deugdzame man; meester; [i.h.b.] Confucius; (3) zǐ [± traktaat; één van de vier categorieën boeken in het Klassiek Chinees]; (4) burggraaf; (5) rente; interest; (6) [go-spel] schijf waarmee men go speelt; (7) jij; je; (8) -er; -or; -aar; -eur [maakt van een zelfst. naamw. een nomen agentis]; (9) [Nara; Heian-gesch.] [achtervoegsel bij namen van edelvrouwen]; (10) [honoratief achtervoegsel bij persoonsnamen]; (11) [achtervoegsel na de eigen naam ten teken van bescheidenheid]; (a) kind; zoon; dochter; telg; (b) ei; vrucht; (c) deeltje; (d) heer; leraar; meester; (e) man; mens; (f) vrouwe …; (g) ding; zaak; iets; (h) burggraaf; (i) [astrol.] rat
息子 ; 息musuko zoon; jongen
息子さんmusukosan (1) jouw zoon; je zoon; uw zoon; (2) zoon
産san (1) het baren; het bevallen; bevalling; baring; partus; verlossing; geboorte; [fig.] kraambed [doorgaans door o お voorafgegaan]; (2) bakermat; geboorteplaats; origine; afkomst; afstamming; [fig.] wieg; (3) product; [m.b.t. personen] een geboren ~; [fig.; m.b.t. personen] zoon; dochter van ~; ingeborene van ~; (4) fortuin; vermogen; rijkdom; bezit; middelen; (5) made in ~; vervaardigd in ~; afkomstig uit ~; uit ~; van ~ afkomst; van ~; ~ van geboorte; geboortig van; uit; ~ van origine; van ~ bodem
Tijd: 0.6 sec. jiten.nl: 7 treffers, warandict: 11 treffers (zoekopdracht: 'zoon', strategie: exact).
2005-2021